Vleesindustrie Noordrijn-Westfalen moet werknemers vaker testen

Foto: ANP

De vleesindustrie in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen moet haar medewerkers voortaan op eigen kosten ten minste tweemaal per week laten testen op het coronavirus. Die nieuwe regeling geldt vanaf 1 juli voor onder anderen slachters en uitbeners. Vleesverwerkende bedrijven met meer dan honderd man personeel, ongeacht of dat in vaste dienst is of ingehuurd, hebben prioriteit. Dat heeft het ministerie van Arbeid en Gezondheid bekendgemaakt.

In de nieuwe bepaling staat woordelijk: “Er mogen in de productie slechts mensen worden ingezet die minstens tweemaal per week op kosten van de bedrijfseigenaar op een infectie met het coronavirus SARS-CoV-2 zijn getest volgens de PCR-methode en negatief bevonden.” De verzamelde monsters uit keel en neus moeten door een erkend laboratorium worden onderzocht.

De ondernemingen zijn verplicht naam, adres of verblijfplaats van alle geteste werknemers bij te houden en vier weken te bewaren. “De incidenten in Coesfeld en Gütersloh hebben aangetoond dat het virus zich door de omstandigheden in slachthuizen en vleesverwerkende bedrijven bijzonder goed kan verspreiden”, lichtte minister Karl-Josef Laumann toe. In genoemde plaatsen zorgde een corona-uitbraak, met tientallen besmettingen, voor veel ophef.