‘Nederlands personeel Shell in onzekerheid door reorganisatie’

Foto: ANP

Vakbonden FNV en CNV willen dat Shell snel duidelijk maakt wat de aangekondigde wereldwijde reorganisatie voor Nederlands personeel betekent. Het olie- en gasconcern maakte woensdag bekend tot eind 2022 tussen 7000 en 9000 banen te schrappen om kosten te besparen vanwege de moeizame marktomstandigheden in de oliesector door de coronacrisis.

“De aankondiging van Shell gaat over het wereldwijde banenverlies, maar ze specificeren dat niet per land of locatie”, zegt FNV-bestuurder Egbert Schellenberg. “De reorganisatie duurt tot eind 2022, wat betekent dat er lang de tijd voor wordt genomen en dat werknemers voor lange tijd in onzekerheid moeten zitten.” De FNV-bestuurder speculeert dat de 10 procent van het totaalaantal geschrapte banen wellicht wordt doorgerekend op het Nederlandse personeel, en dan zouden in ons land circa 900 posities verloren gaan. “Maar ze geven geen enkel inzicht, en rollen het plan stukje bij beetje uit zonder informatie naar buiten te brengen”, aldus Schellenberg.

Shell wil met de reorganisatie 2 miljard tot 2,5 miljard dollar aan kosten per jaar besparen. In het aantal banen dat Shell schrapt zijn ook circa 1500 werknemers meegenomen die dit jaar vrijwillig vertrekken bij het bedrijf. Bij het Brits-Nederlandse concern werken wereldwijd ongeveer 83.000 werknemers, waarvan 9000 in Nederland. Het doorlopende sociale plan bij Shell loopt nog door tot eind volgend jaar, en is volgens Schellenberg goed. “Dus daar hoeven we verder niet over te onderhandelen.”

Ook bij vakbond CNV, die actief is bij de twee raffinaderijen in Moerdijk en Pernis, vragen ze zich af of hun leden door de reorganisatie getroffen worden. “Bij die twee locaties hoor ik juist dat ze aan het investeren en renoveren zijn, zodat ze nog 50 jaar mee kunnen”, zegt CNV-bestuurder Tjeerd Orie. “We zijn daarom zeer benieuwd naar de concrete uitwerking van deze wereldwijde aankondiging. Ik heb gevraagd om meer informatie, maar mijn Nederlandse contactpersonen kunnen ook niet zeggen wat de precieze consequenties voor Nederland zijn.”