Staatsschulden eurolanden stevig omhoog door coronasteun

Foto: ANP

De staatsschulden van landen in de eurozone zijn in het derde kwartaal van vorig jaar opnieuw opgelopen. De reden daarvoor is te vinden in de coronacrisis, die de landen dwingt om veel geld uit te trekken om de economie te ondersteunen. Eind september was de totale staatsschuld van de eurolanden 11,1 biljoen euro, becijferde het Europese statistiekbureau Eurostat. Dat is 200 miljard euro meer dan eind juni.

De cijfers over het derde kwartaal zijn de nieuwste die er zijn. Naar verwachting zijn de staatsschulden in het slotkwartaal van 2020 opnieuw gestegen. In die periode namen overheden weer allerlei strenge maatregelen vanwege de tweede coronagolf en werd opnieuw veel geld vrijgemaakt voor economische steunprogramma’s.

De staatsschuld bedroeg eind september gemiddeld 97,3 procent van de omvang van de economie. De schuldenlast is het grootst in Griekenland, waar deze ongeveer twee keer zo groot is als de economische output. In Italië is dat 1,5 keer. Estland heeft de kleinste staatsschuld met ongeveer een vijfde van de economie en in Luxemburg gaat het om ongeveer een kwart.

In Nederland bedroeg de staatsschuld aan het einde van het derde kwartaal 441,2 miljard euro. Dat komt neer op 55,2 procent van het bruto binnenlands product, evenveel als aan het einde van het tweede kwartaal.

Gemiddeld gaven de eurolanden in de maanden juli tot en met september 5,8 procent meer uit dan er binnenkwam. Dat begrotingstekort is al flink lager dan in het tweede kwartaal, toen de eerste coronagolf toesloeg en landen strenge maatregelen namen om de verspreiding van het virus tegen te gaan. Daar koppelden ze veelal stevige steunpakketten voor het bedrijfsleven aan. In Nederland was het begrotingstekort in het derde kwartaal 4,4 procent tegen 11,4 procent in het tweede kwartaal.