Beurzen New York werken verliezen weg na opmerkingen Fed-preses

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York hebben dinsdag een groot deel van hun eerdere verliezen weggewerkt. Door opmerkingen van voorzitter Jerome Powell van de Amerikaanse Federal Reserve verschoven zorgen over mogelijk te dure technologiefondsen weer naar de achtergrond.

Powell gaf tijdens een hoorzitting in de Senaat over het monetair beleid aan geen extreem hoge of langdurige inflatie te vrezen als gevolg van de miljarden die de Fed in de economie pompt. Hij zag dan ook geen reden om het opkoopbeleid, dat voor erg lage rentes zorgt, te temperen. Daarnaast had de centralebankpresident opbeurende berichten over het economisch herstel in de Verenigde Staten.

Dankzij die beweringen beperkten aandelen van grote technologiebedrijven hun eerdere verliezen. Zo kwam Apple van een eerdere min van ruim 2 procent tot een min van 0,1 procent. Webwinkel- en cloudsoftwareconcern Amazon boog een eerder verlies zelfs om in een winst van 0,4 procent.

Eerder werd met het oog op oplopend rendement op staatsobligaties gevreesd voor overwaardering van de recentelijk hard gestegen techaandelen. De zorg bestond dat met het economisch herstel ook een sterke inflatie zijn intrede zou doen, waardoor het dividend uit dure aandelen aan waarde zou inboeten. Daarnaast maken eventuele hogere rentes, die vaak volgen op sterke inflatie, sterk groeiende bedrijven op de beurs minder aantrekkelijk.

De Dow-Jonesindex eindigde uiteindelijk 0,1 procent hoger op 31.537,35 punten. De breder samengestelde S&P 500 won ook 0,1 procent tot 3881,37 punten. Techbeurs Nasdaq werkte een groot deel van eerdere verliezen weg en sloot 0,5 procent lager op 13.465,20 punten.

Tesla eindigde uiteindelijk 2,2 procent lager. De maker van elektrische auto’s kocht eerder voor 1,5 miljard dollar aan bitcoins, maar die digitale munt is flink gedaald na kritische opmerkingen van de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen. Ze noemde de bitcoin, die ruim 10 procent aan waarde verloor, inefficiënt en speculatief.

De euro was 1,2146 dollar waard, tegenover 1,2151 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent goedkoper op 61,41 dollar. Brentolie kostte een fractie meer op 65,20 dollar per vat.