Amerikaanse beleggers wachten op Fed-baas Jerome Powell

Foto: ANP

Amerikaanse beleggers wachten op geruststellende woorden van Federal Reserve-baas Jerome Powell. Aan hem is het om duidelijk te maken hoe de Amerikaanse koepel van centrale banken aankijkt tegen de recente nervositeit op de obligatiemarkten. In afwachting van Powells toelichting op het rentebesluit van woensdag kwamen belangrijkste graadmeters op de beurzen in New York dinsdag niet veel van hun plek.

De vrees bestaat dat de combinatie van economisch herstel en de toestroom van geld uit coronasteunmaatregelen de inflatie te zeer opjaagt. Dit drijft de rentes op de obligatiemarkten op, en dat kan het gedrag van investeerders beïnvloeden. Een snelle stijging van de marktrentes zorgde in de afgelopen weken al voor twijfel over de hoge waarderingen van met name technologieaandelen.

Kenners gaan er in doorsnee vanuit dat Powell woensdag een poging zal doen de markt gerust te stellen. Echte ingrepen van de Fed worden niet verwacht. “Om de eigen geloofwaardigheid niet te schaden, kan de Fed voorlopig niet veel anders dan een gematigde toon kiezen”, zegt hoofdeconoom Gilles Moëc van vermogensbeheerder AXA Group bijvoorbeeld. De aandacht gaat ook uit naar nieuwe prognoses van de Fed voor de eigen rentetarieven en de inflatie.

Bij het slot van de handel op Wall Street was het beeld gemengd. De Dow-Jonesindex eindigde dinsdag met een min van 0,4 procent op 32.825,95 punten. De brede S&P 500 leverde 0,2 procent in op 3962,71 punten. Grote techbedrijven als Apple en Microsoft, waarvan de koers eerder onder druk stond, wonnen wel wat aan waarde. Techgraadmeter Nasdaq steeg mede daardoor 0,1 procent tot 13.471,57 punten.

Bij de bedrijven viel ook Moderna op. De farmaceut is begonnen met het testen van zijn coronavaccin op kinderen van tussen de zes maanden en twaalf jaar oud. Het aandeel steeg rond de 9 procent. Ford daalde op zijn beurt meer dan 5 procent. De automaker wil 2 miljard dollar ophalen met een obligatielening die omgezet kan worden in aandelen.

De euro werd verhandeld voor 1,1903 dollar, tegen 1,1898 dollar bij het slot van de Europese beurzen eerder op de dag. Een vat Amerikaanse olie werd 1,1 procent goedkoper op 64,69 dollar. Brentolie zakte 0,8 procent in prijs tot 68,30 dollar per vat.