De luchtvaartsector stond dinsdag opnieuw onder druk op de Europese aandelenbeurzen door de verlenging van de lockdown in Duitsland. Maandag zorgde het stijgende aantal coronabesmettingen in grote landen als Duitsland, Italië en Frankrijk ook al voor flinke koersdalingen in de Europese luchtvaartindustrie.
De koers van Air France-KLM ging in Amsterdam 2,4 procent omlaag en Lufthansa leverde in Frankfurt bijna 4 procent in na de verlenging van de Duitse lockdown tot 18 april. In Londen daalde IAG, het moederbedrijf van British Airways en Iberia, 4,4 procent. Ryanair en easyJet zakten tot 3,3 procent in waarde.
De AEX-index op Beursplein 5 eindigde 0,4 procent in de min op 681,74 punten. De MidKap daalde 0,6 procent tot 1002,52 punten. Parijs en Londen verloren 0,4 procent, maar Frankfurt won een fractie. De hoofdindex in Istanbul ging licht omlaag. De Turkse beurs kelderde maandag nog bijna 10 procent na het verrassende ontslag van de baas van de centrale bank van Turkije.
KPN stond 1,2 procent in het rood in de AEX. Het telecomconcern investeert samen met pensioenfonds ABP ruim 1 miljard euro om de aanleg van glasvezel te versnellen. Beleggers vreesden echter dat een bod op KPN daarmee van tafel is. In februari 2019 deden geruchten de ronde dat de Canadese vermogensbeheerder Brookfield Asset Management samen met pensioenfondsen PGGM en ABP een bod zou willen uitbrengen op KPN. Volgens analisten van Jefferies verkleint de samenwerking met ABP niet noodzakelijkerwijs de kans op een overname.
Andere dalers in de AEX waren olie- en gasconcern Shell, staalproducent ArcelorMittal en chipbedrijf ASMI met minnen tot 3,4 procent. Speciaalchemieconcern DSM ging aan kop met met een plus van 1,8 procent.
In Stockholm raakte Volvo 7 procent kwijt. De Zweedse truckmaker moet de vrachtwagenproductie in het tweede kwartaal wekenlang stilleggen vanwege een tekort aan computerchips. Rolls-Royce zakte bijna 6 procent in Londen. Noorwegen verbiedt de Britse motorenfabrikant om een Noors dochterbedrijf in scheepsmotoren te verkopen aan een Russische onderneming vanwege risico’s voor de nationale veiligheid.
De euro was 1,1860 dollar waard, tegen 1,1937 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 3,4 procent goedkoper op 59,10 dollar. Brentolie daalde 3,1 procent in prijs tot 62,29 dollar per vat.