Luchthavens willen in 2026 binnenlandse elektrische vlucht

Foto: ANP

De regionale luchthavens in Eindhoven, Rotterdam en Groningen willen dat er in 2026 commerciële elektrische vluchten binnen Nederland plaatsvinden. Daar steken de luchthavens samen met de Schiphol Group geld in. Ze denken dat het over vijf jaar mogelijk moet zijn om die vluchten rendabel uit te voeren en dat er ook kansen zijn voor vluchten naar het buitenland.

Uit een eerste studie bleek dat door de lagere kosten voor elektrisch vliegen lijndiensten met kleinere vliegtuigen rendabel uit te voeren zijn. Dat komt goed uit, want in eerste instantie zullen elektrische vliegtuigen tot circa twintig passagiers kunnen vervoeren. Ook zal het bereik nog niet al te groot zijn.

Desondanks zien de initiatiefnemers kansen om regionale luchthavens te verbinden. Topman Roel Hellemons van Eindhoven Airport verwacht dat met name zakenreizigers in eerste instantie willen betalen voor dat soort verbindingen die nu nog niet per vliegtuig worden uitgevoerd omdat er niet genoeg vraag is om regelmatig een vliegtuig met zeventig plaatsen te vullen.

Daarnaast biedt het project kansen voor de Nederlandse industrie. Rond Eindhoven zijn er bijvoorbeeld veel bedrijven in de autosector bezig met elektrisch rijden en oplaadmogelijkheden en is er de samenwerking met de TU/e en in Groningen wordt hard gewerkt aan een waterstofindustrie. Rotterdam The Hague Airport werkt nu al samen met onder meer de TU Delft en innovatieve bedrijven aan allerlei vliegtuigvernieuwingen.

De elektrische vluchten zullen in eerste instantie geen oplossing bieden voor de CO2-uitstoot, omdat korte vluchten maar goed zijn voor relatief weinig uitstoot. Toch denken de luchthavens dat het belangrijk is om nu te investeren. “Elektrische vliegtuigen zullen groeien en steeds verder kunnen vliegen. Ik ben heel benieuwd hoe ver we kunnen komen”, aldus Schiphol-topman Dick Benschop. “Dit zijn belangrijke stappen op weg naar 2050 als we CO2-neutraal willen zijn als luchtvaart.”