CPB vindt dat overheid niet te uitbundig moet zijn met uitgaven

Foto: ANP

Het nieuwe kabinet hoeft straks zeker niet te gaan bezuinigen, maar volgens het Centraal Planbureau (CPB) is het ook belangrijk ons niet al te rijk te rekenen. CPB-directeur Pieter Hasekamp maant tot enige voorzichtigheid en waarschuwt voor al te veel uitbundigheid met betrekking tot de overheidsuitgaven in de komende jaren. Het aanpakken van grote dossiers als het hervormen van de arbeidsmarkt hoeft ook niet per se veel geld te kosten, benadrukt hij.

In een toelichting op de nieuwe ramingen van het CPB verwijst Hasekamp onder meer naar het ‘polderadvies’ waarmee vakbonden en werkgevers onlangs kwamen. Daarin komen zij al met voorstellen om flexwerk aan banden te leggen. Op het terrein van klimaat noemt hij het beprijzen van CO2-uitstoot als een maatregel die geen grote investeringen vergt. Ook zou kunnen worden gekeken naar andere manieren om bepaalde uitgaven te financieren, bijvoorbeeld door Europese subsidies te gebruiken. Daarnaast kan er geld vrijgemaakt worden voor structureel belangrijke zaken door elders juist wat geld minder uit te geven.

De behoudende toon lijkt enigszins in tegenspraak met de economische vooruitzichten. Die zien er inmiddels weer goed uit. Als het meezit zou de groei zelfs nog sterker kunnen uitvallen dan het CPB nu heeft voorspeld. Net als bijvoorbeeld De Nederlandsche Bank (DNB) denkt het CPB ook dat er geen dure maatregelen meer nodig zijn om de economie nog extra te stimuleren.

Maar volgens Hasekamp is er ook nog veel onzeker. Zo zou het zomaar kunnen dat de Europese Centrale Bank (ECB) met minder ruim monetair beleid komt als blijkt dat de inflatie toch meer aantrekt dan verwacht. Dan zouden de rentes weer omhoog gaan en wordt geld lenen weer duurder. Een nieuwe opleving van de pandemie kan ook nog niet helemaal worden uitgesloten. In dat geval zouden nieuwe contactbeperkingen het economisch herstel kunnen afremmen.

Volgens de ramingen van het CPB piekt het overheidstekort dit jaar op bijna 6 procent van het bruto binnenlands product (bbp), om volgend jaar door het aflopen van steunmaatregelen en de groei van belastinginkomsten af te nemen tot 1,5 procent. Dat laatste percentage vindt Hasekamp “zeer overzichtelijk” na een crisis, maar het betekent wel dat er nog altijd sprake is van een tekort.

De CPB-directeur kijkt tevreden terug op het steunbeleid van de overheid tijdens de crisis. Dat was snel en heeft goed gewerkt om grote permanente schade te voorkomen. Maar Hasekamp heeft ook de indruk dat elke overheidsuitgave de laatste tijd als een soort investering wordt gepresenteerd. Dat kan volgens hem nooit helemaal waar zijn.

Later dit jaar zal de steun weer afgebouwd moeten worden, geeft hij aan. Dan zullen er nog wel levensvatbare bedrijven zijn die steun nodig hebben. Maar die zouden waarschijnlijk het beste individueel kunnen worden geholpen, zo herhaalde hij. Dan zouden private schuldeisers en de Belastingdienst samen kunnen kijken wat het beste is voor een onderneming.