Vervolging blijft uit voor topvrouw Huawei door deal justitie VS

Foto: ANP

Meng Wanzhou, de financieel topvrouw van het Chinese telecom- en technologieconcern Huawei, heeft een deal gesloten met het Amerikaanse ministerie van Justitie. Daarmee komen de aanklachten over fraude en samenzwering tegen de topvrouw te vervallen. Zolang Meng de voorwaarden van de deal niet schendt, zal ze niet worden vervolgd.

De deal is een zogeheten overeenkomst voor uitgestelde vervolging, een alternatief voor berechting. Een officier van justitie stemt dan in met het niet vervolgen als de beklaagde toezegt aan bepaalde eisen te voldoen. De overheid heeft dan effectief wel een aanklacht uitgebracht tegen een verdachte, maar doet daar niks mee. De deal eindigt 1 december 2022 en heeft dan een looptijd gehad van vier jaar.

Eerder op vrijdag bleek een soortgelijke deal al op handen te zijn op basis van stukken ingediend door het ministerie bij een federale rechtbank in Brooklyn, New York. De zaak diende vrijdag. Meng zei in de rechtbank niet schuldig te zijn.

Meng werd in 2018 in Canada gearresteerd. De Verenigde Staten verdachten haar ervan te hebben gelogen over handelscontacten met een bedrijf uit Iran, waar Amerikaanse sancties tegen zijn ingesteld. Zo zou ze de bank HSBC hierover hebben misleid.

In afwachting van een eventuele uitlevering aan de VS moest Meng in de Canadese stad Vancouver blijven. Volgens zakenkrant The Wall Street Journal staan Amerikaanse aanklagers Meng nu toe om terug te keren naar haar thuisland China.

De arrestatie van Meng legde veel druk op de verhoudingen tussen China enerzijds en de VS en Canada anderzijds. Kort na de aanhouding zette China twee Canadezen vast. Een van hen, Michael Spavor, werd in augustus veroordeeld tot elf jaar cel wegens spionage.

Het bedrijf Huawei zou geen onderdeel uitmaken van de deal tussen Wanzhou en justitie en blijft de aantijgingen tegen het concern bestrijden, aldus ingewijden tegen persbureau Reuters. Zowel Huawei als het Amerikaanse ministerie van Justitie wilde nog niet reageren op de zaak, schrijft The Wall Street Journal.