Sportmerk Nike flinke verliezer op licht lager Wall Street

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag licht lager geopend, waarmee een stapje terug werd gedaan van de flinke plussen in de voorgaande handelsdagen. De zorgen rond een faillissement van de grote Chinese vastgoedontwikkelaar Evergrande hingen boven de markt. Sportartikelenproducent Nike was een flinke verliezer bij de bedrijven op Wall Street na vooruitzichten die tegenvielen.

Het aandeel Nike leverde 5,7 procent in. Het bedrijf verlaagde zijn prognose voor de omzetgroei in het gehele boekjaar vanwege problemen in de leveringsketen en lockdowns in Vietnam, waar veel producten van Nike worden gemaakt. Branchegenoot Under Armour ging mee omlaag met een min van 3,3 procent en sportartikelenverkoper Foot Locker daalde 5,4 procent.

De toonaangevende Dow-Jonesindex noteerde kort na opening een fractie lager op 34.760 punten. De breed samengestelde S&P 500 stond licht in het rood op 4447 punten en de technologiegraadmeter Nasdaq werd 0,4 procent lager gezet op 14.988 punten.

Zwaarwegende technologiefondsen als Amazon, Apple, Microsoft, Google-moeder Alphabet, Tesla en Facebook lieten minnen tot 0,8 procent optekenen.

Bedrijven die actief zijn met cryptomunten hadden het ook lastig, nadat de centrale bank van China verklaarde dat alle handelingen die met digitale valuta te maken hebben illegaal zijn. Bezit en handel in cryptomunten is in China al langer verboden, maar nu mogen ook buitenlandse bedrijven geen cryptotransacties verrichten voor Chinezen. Cryptobedrijven als Coinbase Global, Marathon Digital en Riot Blockchain verloren tot 4,9 procent. Techbedrijf MicroStrategy dat veel heeft geïnvesteerd in digitale munten moest 4,5 procent inleveren.

Groothandelaar Costco Wholesale kon ook op belangstelling rekenen, na publicatie van kwartaalresultaten. Die werden redelijk goed ontvangen door beleggers want het aandeel ging 1,7 procent vooruit in waarde.

De euro was 1,1714 dollar waard, tegen 1,1724 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,3 procent minder op 73,10 dollar. Brentolie werd iets goedkoper op 77,24 dollar per vat.