Europese beurzen omlaag na Duitse inflatiecijfers

Foto: ANP

De Europese beurzen zijn donderdag met verliezen gesloten. Beleggers kregen tijdens de laatste sessie van de woelige beursmaand september nog een paar belangrijke economische cijfers te verwerken. Zo bleek dat de Duitse inflatie voor het eerst in 28 jaar boven de 4 procent is uitgekomen. Verder is de economie van de Verenigde Staten in het tweede kwartaal iets sterker gegroeid dan eerder werd gedacht.

De cijfers maakten beleggers mogelijk wat voorzichtiger. Een hoge inflatie en relatief sterke economische groei kunnen centrale banken aanzetten tot het afbouwen van steunmaatregelen. De forse toename van de inflatie in Duitsland, de grootste economie van de eurozone, werd onder meer veroorzaakt door een wisseling in het btw-tarief. Vorig jaar werd de btw vanwege de coronacrisis tijdelijk verlaagd.

De AEX-index in Amsterdam noteerde halverwege de dag nog in de plus, maar sloot met een min van 0,5 procent op 771,94 punten. De MidKap zakte 0,2 procent tot 1065,73 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs leverden tot 0,7 procent in en de FTSE-index in Londen verloor 0,3 procent. De groei van de Britse economie viel in het tweede kwartaal aanzienlijk hoger uit dan eerder gemeld.

Grootste winnaar bij de hoofdfondsen aan het Damrak was staalconcern ArcelorMittal, dat 2,4 procent won. Maaltijdbezorger Just Eat Takeaway sloot de rij met een verlies van 3,2 procent.

In de MidKap steeg PostNL 2 procent. De Tsjechische miljardair Daniel Křetínský, eigenaar van voetbalclub Sparta Praag, heeft zijn belang in het postbedrijf uitgebreid tot 15 procent. Verder ging Air France-KLM weer hard omlaag, met een min van 7,5 procent. Woensdag verloor de luchtvaartcombinatie al 3,5 procent.

Bij de kleinere fondsen zakte Ajax 1 procent. De beursgenoteerde voetbalclub sloot het door de coronapandemie getroffen seizoen af met een verlies van dik 8 miljoen euro. Elders in Europa ging de aandacht onder meer naar het Belgische supermarktconcern Colruyt. Het aandeel verloor 9 procent in Brussel na een verlaging van de winstverwachting voor dit jaar.

De euro was 1,1576 dollar waard, tegen 1,1613 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,7 procent duurder op 75,41 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent minder op 78,57 dollar per vat.