Chinese taxidienst Didi moet mogelijk beursnotering in VS opgeven

Foto: ANP

De Chinese taxidienst Didi Global moet zijn beursnotering in de Verenigde Staten mogelijk schrappen. Chinese toezichthouders hebben aan het bestuur van het bedrijf gevraagd daarvoor plannen te maken, aldus ingewijden tegen persbureau Bloomberg. Het verzoek is volgens kenners ongekend, vrij kort na de beursgang van Didi in juni aan de New York Stock Exchange. Het is ook een signaal dat China verdere stappen zet om meer controle te krijgen op grote techbedrijven, die in de ogen van Beijing veel te veel macht hebben gekregen.

Voor Didi zouden er verschillende voorstellen op tafel liggen. Zo zou het bedrijf volledig geprivatiseerd kunnen worden, of een notering in Hongkong kunnen krijgen. Als een van die stappen wordt gezet, wordt daarna de notering in New York stopgezet. Naar verluidt zou de Cyberspace Administration van China, de instantie die verantwoordelijk is voor gegevensbeveiliging in het land, zorgen hebben over het lekken van gevoelige gegevens door Didi vanwege de Amerikaanse notering.

Bij een privatisering van Didi zou er een voorstel komen om de aandelen in handen te krijgen voor de prijs van de beursintroductie in New York, zo klinkt het. Didi kreeg daar in juni een notering en een lagere prijs zou waarschijnlijk veel rechtszaken van gedupeerde aandeelhouders tot gevolg hebben. Bij een notering in Hongkong zou overwogen worden om een korting op de huidige koers, die momenteel overigens flink lager is dan in juni, te geven.

Didi wilde niet op de berichtgeving reageren en ook de Chinese toezichthouder geeft geen commentaar. Didi beleefde destijds de grootste Amerikaanse beursgang van een Chinees bedrijf sinds techbedrijf Alibaba in 2014. Het bedrijf is nog voor een groot deel in handen van het management van mede-oprichter Cheng Wei. Techinvesteerder SoftBank en het Amerikaanse Uber Technologies hebben grote minderheidsbelangen.

Uit Beijing klonk eerder fors commentaar op Didi omdat het voor een beursgang voor de VS koos, wat werd gezien als een provocatie van de autoriteiten. De afgelopen maanden waren er onder meer inspecties op kantoren, dreigingen van forse boetes en de beslissing om de introductie op de West-Europese markt uit te stellen.