Kadaster: starters en jongere kopers tasten mis op huizenmarkt

Foto: ANP

Vooral mensen onder de 30 jaar, eenverdieners en starters op de woningmarkt hebben het de afgelopen jaren steeds moeilijker gekregen op de woningmarkt. Dat is een van de conclusies van het Kadaster dat de cijfers van de afgelopen jaren analyseerde.

In grote delen van Nederland is minder dan 10 procent van de koopwoningen beschikbaar voor mensen die net te veel verdienen om in aanmerking te komen voor een sociale huurwoning. De inkomensgrens voor sociale huurwoningen ligt momenteel op een inkomen van 45.000 euro. In 29 gemeenten zijn er zelfs helemaal geen woningen te koop voor mensen met een dergelijk salaris. Vier jaar geleden gold dat nog maar voor vier gemeenten.

Tegelijkertijd kunnen kopers door de lage rente aanzienlijk meer lenen dan in 2017, soms tot wel 30.000 euro meer. De woningprijzen stegen echter nog veel harder, waardoor een huishouden met een gezamenlijk inkomen van minder dan 35.000 euro nauwelijks meer kans maakt een woning te vinden.

Mensen die al een woning hebben kunnen de gestegen huizenprijs juist in hun voordeel gebruiken en kopen aanzienlijk duurdere woningen dan starters. Dat voordeel voor doorstromers groeit bovendien door de gestegen huizenprijzen. Doorstromers kochten in 2017 nog woningen die gemiddeld 40.000 euro duurder waren dan de woningen die starters kochten. Dit jaar gaat het om een verschil van 71.000 euro.

Het Kadaster merkt dat huizenkopers uit de grote steden en de ring daaromheen steeds vaker naar buitengebieden trekken op zoek naar betaalbare woningen. Ook kopen steeds meer mensen samen een huis omdat het alleen niet haalbaar is.