Bank of America, Morgan Stanley stijgen op Wall Street na cijfers

Foto: ANP

Bank of America en Morgan Stanley gingen woensdag vooruit op de beurzen in New York. De twee grote banken kwamen met beter dan verwachte resultaten. De stemming op Wall Street verbeterde na de kwartaalcijfers, nadat de hoofdgraadmeters een dag eerder aanzienlijke verliezen hadden geleden door oplopende rentes.

Hogere rentetarieven zijn over het algemeen ongunstig voor aandelenbeleggingen. De rentes zitten in de lift door de verwachting dat de Federal Reserve de rente gaat verhogen om de hoge inflatie te beteugelen.

De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,5 procent hoger op 35.540 punten. De brede S&P 500 steeg 0,7 procent tot 4605 punten en techbeurs Nasdaq steeg 0,8 procent tot 14.615 punten. De techgraadmeter raakte dinsdag 2,6 procent kwijt.

Bank of America won bijna 4 procent. De bank verstrekte weer meer leningen aan consumenten en bedrijven in het vierde kwartaal. Beleggers zien daarin een signaal dat het vertrouwen in het economische herstel sterk blijft. Concurrent Morgan Stanley steeg ruim 4 procent dankzij sterke inkomsten uit de handel in aandelen. Met obligaties verdiende de bank juist minder.

Ook Procter & Gamble (plus 3 procent) kwam met cijfers. De concurrent van levensmiddelenconcern Unilever boekte afgelopen kwartaal meer omzet en winst dan verwacht en schroefde de omzetverwachting voor het gehele gebroken boekjaar op. UnitedHealth Group won 1,4 procent dankzij beter dan verwachte resultaten van de grote verzekeraar en gezondheidszorgonderneming.

AT&T en Verizon koersten rond de 0,3 procent lager. De grote Amerikaanse telecombedrijven zullen hun 5G-masten rondom vliegvelden voorlopig nog niet aanzetten om verstoringen van het vliegverkeer te voorkomen. De snelle mobiele verbindingen maken gebruik van frequenties die dicht bij die van sommige vliegtuigapparatuur liggen en dat zou mogelijk tot gevaarlijke situaties kunnen leiden. Vooral hoogtemeters zouden van slag kunnen raken, wat bij de landing gevaar op zou kunnen leveren.

Sony, dat naast Tokio ook in New York een beursnotering heeft, zette de daling voort met een verlies van 3,2 procent. De Japanse fabrikant van de spelcomputer PlayStation verloor een dag eerder al ruim 7 procent na het nieuws dat concurrent Microsoft (plus 2,1 procent) gamesontwikkelaar Activision Blizzard (plus 0,5 procent) koopt voor 69 miljard dollar.

De euro was 1,1347 dollar waard, tegenover 1,1363 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie steeg 0,9 procent in prijs tot 86,16 dollar. Brentolie werd 0,7 procent duurder op 88,17 dollar per vat.