Twitter moet in Frankrijk volledige openheid van zaken geven over acties tegen haatberichten op het sociale medium. Een rechter in Parijs legde het Amerikaanse bedrijf deze verplichting afgelopen zomer al op, maar Twitter ging in beroep omdat dit te grove inmenging in de bedrijfsvoering zou zijn. Maar ook in hoger beroep verloor Twitter.
Doordat het eerdere vonnis blijft staan, moet Twitter nu alle documenten vrijgeven die verband houden met de middelen die het bedrijf inzet tegen online haat. Het gaat daarbij om “administratieve, contractuele, technische of commerciële documenten”, aldus het hof van beroep van Parijs.
De zaak werd in 2020 aangespannen door Franse organisaties die strijden tegen racisme, antisemitisme, homofobie en andere vormen van haat. Ze vonden dat Twitter te weinig deed tegen online haat die via het platform wordt verspreid. Het collectief reageert opgelucht dat hun eerste overwinning blijft staan. De uitspraak bewijst volgens hen dat grote techbedrijven “niet hun eigen wetten kunnen opleggen”.
“Twitter moet eindelijk zijn verantwoordelijkheid nemen, stoppen met treuzelen en ethiek boven winst en internationale groei stellen”, schrijven onder andere de organisaties SOS Racisme, Ligue internationale contre le racisme et l’antisémitisme (Licra) en SOS Homophobie.
De antidiscriminatieclubs klaagden Twitter aan omdat ze konden aantonen dat slechts 28 van de 70 haatdragende tweets die werden gerapporteerd aan het bedrijf binnen twee dagen werden verwijderd. Een advocaat van Twitter hekelde die steekproefsgewijze aanpak. Hij vond het bevel om alle acties tegen online haat openbaar te maken bovendien ingaan tegen de vrijheid van ondernemerschap.
Twitter bestudeert de uitspraak nu, reageert het bedrijf. Het socialmediaplatform zegt er alles aan te doen om de veiligheid van gebruikers te verzekeren.