FNV: arbeidsinspectie moet hand ‘deels in eigen boezem steken’

Foto: ANP

De Arbeidsinspectie moet “de hand deels in eigen boezem steken”. Dat zegt vakbond FNV in een reactie op het rapport van de dienst over uitbuiting bij arbeidsmigranten. “De Arbeidsinspectie heeft de capaciteit en de middelen om het basale inspectiewerk te doen, maar in de praktijk zien we dat niet altijd terug”, schrijft de bond.

De bond noemt als voorbeeld het voor de rechter moeten dagen van de inspectie wegens kwesties in de transportsector. Ook blijven “serieuze meldingen” volgens de FNV “regelmatig een maand liggen”. “Dat zorgt er ook voor dat er geen afschrikkend effect uitgaat van de inspectie en dat werkgevers gewoon doorgaan met hun dubieuze praktijken”, zegt FNV-bestuurslid Petra Bolster.

In het jaarverslag meldde de Arbeidsinspectie vrijdag dat het bestrijden van arbeidsuitbuiting soms “dweilen met de kraan open is”. De inspectie beschreef hoe sommige bedrijven en uitzendbureaus vooral Oost-Europese arbeidsmigranten intimideren, slecht behandelen en onderwerpen aan strenge regels. “Ze zetten zelfs knokploegen in”, zei projectleider arbeidsuitbuiting Edwin van Berkum.

De commissie-Roemer, onder leiding van oud-SP-leider Emile Roemer, stelde in 2020 een rapport met voorstellen op over de positie van arbeidsmigranten. Gemeenten stelden eerder dit jaar al vast dat het kabinet te lang wacht met het invoeren van maatregelen om de positie van arbeidsmigranten te verbeteren, bleek uit een inventarisatie van NRC onder de twintig gemeenten met het hoogste percentage arbeidsmigranten.

De FNV zegt de analyses van de inspectie over de misstanden te herkennen en dit ook “al jarenlang” bij de inspectie kenbaar te maken. “Het is dan ook van groot belang dat de aanbevelingen van Roemer direct worden ingevoerd door het kabinet. We zijn nu meer dan twee jaar verder en er is nog weinig veranderd. Het kabinet moet haast maken”, aldus Bolster.