Grootste verliezen op Wall Street sinds juni 2020

Foto: ANP

De aandelenbeurzen in New York hebben woensdag zeer zware verliezen geleden, met de groots daling op één dag van de S&P 500 sinds juni 2020. Tegenvallende resultaten bij winkelketen Target voedden de vrees dat de hoge inflatie de winstgevendheid van veel bedrijven onder druk zet. De warenhuisketen verloor zelf een kwart van zijn beurswaarde.

De Dow-Jonesindex eindigde 3,6 procent lager op 31.490,07 punten. De brede S&P zakte 4 procent tot 3923,68 punten en de Nasdaq verloor 4,7 procent tot 11.418,16 punten.

Topman Brian Cornell van Target sprak in een toelichting op de kwartaalcijfers van “ongewoon hoge kosten” die vreten aan de winstmarges. Ook had het bedrijf last van toeleveringsproblemen. Supermarktketen Walmart (min 6,8 procent) verlaagde een dag eerder al zijn winstverwachtingen wegens hogere kosten voor de inkoop, personeel en transport.

Ook andere winkelketens verloren fors. Warenhuisketen Macy’s ging net geen 11 procent onderuit en Bed Bath & Beyond verloor 8,9 procent aan beurswaarde.

Beleggers op de aandelenmarkten verwerkten ook nieuwe opmerkingen van Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell over verdere renteverhogingen om de inflatie in te dammen. Nieuwe inflatiecijfers uit het Verenigd Koninkrijk en de eurozone maken ingrijpen van andere centrale banken ook waarschijnlijker.

Hogere rentes zijn nadelig voor de aantrekkelijkheid van aandelen, omdat obligaties aantrekkelijker worden. Dat raakt vooral snelgroeiende techbedrijven, omdat hun toekomstige winsten minder waard worden. Amazon, Microsoft, Google-moeder Alphabet, Apple en Facebook-moeder Meta verloren tot ruim 7 procent.

Tesla zakte bijna 7 procent. De fabrikant van elektrische auto’s verdwijnt uit een versie van de S&P 500 die ook rekening houdt met duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Samenstellers van de index zijn bezorgd over werkomstandigheden bij het bedrijf en enkele ongelukken met Tesla’s die worden gelinkt aan de autopilot-functie.

Bovenop die rentevrees komen zorgen over de economische impact van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. Ook de strenge lockdowns in grote Chinese steden, waaronder Shanghai, zorgen voor onzekerheid bij beleggers.

De euro was 1,0463 dollar waard, tegen 1,0509 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 2,8 procent minder op 109,25 dollar. Brentolie werd 2,3 procent goedkoper op 109,32 dollar per vat.