Harley-Davidson onderuit op Wall Street na stilleggen productie

Foto: ANP

Harley-Davidson is donderdag flink lager gezet op Wall Street. De fabrikant van motorfietsen legt de productie de komende twee weken grotendeels stil vanwege een probleem bij een leverancier van onderdelen. De aandelenbeurzen in New York sloten wat lager na de zeer zware verliezen van een dag eerder.

Harley-Davidson heeft de beslissing met “een overvloed aan voorzichtigheid” genomen omdat de leverancier kampt met een “regelgevingskwestie”. Het is niet duidelijk om welke leverancier of om welke onderdelen het gaat omdat de Amerikaanse motorfietsenfabrikant niet meer informatie wil geven. De maatregel heeft geen invloed op de elektrische LiveWire motorfietsen. Harley-Davidson verloor 9,3 procent.

Cisco Systems zakte 13,7 procent. De fabrikant van netwerkapparatuur en beveiligingssoftware boekte afgelopen kwartaal minder omzet dan verwacht. Ook schroefde het bedrijf zijn omzetverwachting voor het hele jaar terug. Topman Chuck Robbins waarschuwde dat de coronalockdowns in China en de oorlog in Oekraïne de verkopen onder druk zetten.

Kohl’s eindigde de dag met een plus van 4,4 procent nadat het aandeel een stuk lager opende. De op één na grootste warenhuisketen van de Verenigde Staten na Macy’s boekte afgelopen kwartaal veel minder winst dan analisten hadden verwacht. Het bedrijf kampte met hogere kosten en schroefde ook de winstverwachting voor het hele jaar flink terug.

De Dow-Jonesindex eindigde 0,8 procent lager op 31.253,13 punten. De brede S&P zakte 0,6 procent tot 3900,79 punten en de Nasdaq verloor 0,3 procent tot 11.388,50 punten. De Amerikaanse graadmeters beleefden woensdag met verliezen tot 4,7 procent de slechtste beursdag sinds 2020.

De overname van Twitter door miljardair Elon Musk gaat gewoon door. Dat hebben bestuurders van Twitter tegen medewerkers van het socialmediaplatform gezegd tijdens een onlinebijeenkomst. Twitter meldde ook dat er niet opnieuw wordt onderhandeld over de overnameprijs. Het aandeel steeg 1,2 procent.

De euro was 1,0588 dollar waard, tegen 1,0594 dollar bij het slot van de Europese beurzen. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,9 procent meer op 111,62 dollar. Brentolie werd eveneens 1,9 procent duurder op 111,22 dollar per vat.