De AEX-index in Amsterdam is maandag met een kleine winst aan de nieuwe sessie begonnen. Beleggers doen het rustig aan na een turbulente beursweek waarin verschillende centrale banken de rentes verhoogden. De agenda voor beleggers is nagenoeg leeg. De markten moeten het ook doen zonder input uit de Verenigde Staten. Daar blijven de beurzen dicht vanwege Juneteenth, waarbij de afschaffing van de slavernij in de VS wordt herdacht.
De AEX-index noteerde kort na de openingsbel 0,2 procent hoger op 637,07 punten. Vastgoedfonds Unibail-Rodamco-Westfield was de sterkste stijger in de leidende index op Beursplein 5 met een winst van 1,6 procent. Adyen sloot de rij. Het betaalbedrijf verloor 2,3 procent van zijn beurswaarde.
De MidKap, met daarin de middelgrote fondsen, won 0,1 procent tot 920,39 punten. Air France-KLM steeg 2,7 procent, waarmee het de sterkste stijger was. De blik van beleggers blijft gericht op de problemen in de luchtvaart- en reissector waar personeelstekorten zorgen voor verstoringen. Op de luchthaven van Brussel vertrekken er vanwege een staking bijvoorbeeld geen vluchten.
Verder kwam de Britse prijsvechter easyJet met een handelsupdate. Daarin kondigde het aan dat het de vluchten vanaf Schiphol, maar ook vanaf de Londense luchthaven Gatwick gaat verminderen. Het aandeel easyJet verloor in Londen 2,7 procent. Sectorgenoten als British Airways-moeder IAG en Lufthansa wonnen in respectievelijk Londen en Frankfurt tot 2,8 procent.
De leidende graadmeters in Londen en Frankfurt stegen tot 0,6 procent. Parijs won 0,2 procent. De partijencoalitie van president Emmanuel Macron, Ensemble, verloor haar meerderheid in het Franse parlement. Dit betekent dat hij waarschijnlijk grote moeite zal hebben het beleid door te voeren op basis waarvan hij in april als president werd herkozen. Zo beloofde Macron belastingverlagingen, hervorming van het sociale stelsel en verhoging van de pensioenleeftijd.
De oliesector staat ook in de belangstelling na de stevige prijsval van voor het weekend. De vrees voor een recessie en daarmee een lagere vraag zorgden er vrijdag voor dat een vat olie 6 tot 7 procent goedkoper werd. Een vat Amerikaanse olie kostte maandag 0,3 meer op 109,85 dollar. Brentolie werd zo’n 0,3 procent duurder op 113,51 dollar per vat.
De euro was 1,0524 dollar waard tegen 1,0473 dollar bij het slot van de Europese beurzen voor het weekend.