Veel meer Nederlanders zijn het afgelopen jaar aan een nieuwe baan begonnen dan voorheen, nu werkgevers hard op zoek zijn naar nieuw personeel. In het eerste kwartaal telde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) 1,9 miljoen werkenden die nog geen twaalf maanden met hun huidige baan bezig waren. Dat waren er 400.000 meer dan een jaar eerder.
Eerder dit jaar meldde het statistiekbureau al dat het voor werkgevers moeilijker dan ooit is om nieuw personeel te vinden. Vooral jongeren profiteerden van de grote vraag naar arbeidskrachten door van job te wisselen of te beginnen met betaald werk. In totaal 792.000 werkenden onder de 25 jaar waren nog geen jaar aan de slag bij hun werk- op opdrachtgever. Bij meer dan de helft lijkt dit om een bijbaan te gaan van minder dan 20 uur per week.
In het eerste kwartaal van 2022 waren er juist minder mensen die tussen de één en twee jaar hun huidige werk doen dan een jaar eerder. Mogelijk maakte de coronacrisis het onaantrekkelijk of onmogelijk om in die tijd aan een nieuwe baan te beginnen. Het aantal werkenden dat al langer dan twee jaar op dezelfde plek zit, bleef min of meer gelijk.
Ook in andere landen van de Europese Unie steeg het aantal 'nieuwkomers' op de werkvloer. Van alle lidstaten was hun aandeel op de totale werkzame beroepsbevolking alleen in Finland groter dan in Nederland. Bij de Europese vergelijking, opgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat, ging het om mensen die korter dan drie maanden hun huidige baan hebben.