First Republic Bank ging maandag opnieuw onderuit op de aandelenbeurzen in New York. De bank uit Californië zakte ruim 18 procent nadat kredietbeoordelaar S&P Global voor de tweede keer in een week tijd de kredietrating van de bank had verlaagd. De wankele regionale bank kreeg vorige week nog 30 miljard dollar op haar rekeningen gestort door elf grote Amerikaanse banken om voldoende geld beschikbaar te hebben om aan alle geldverzoeken van klanten te voldoen. Volgens S&P zijn de problemen van de bank daarmee echter nog niet opgelost.
Beleggers verwerkten daarnaast de reddingsactie voor de noodlijdende Zwitserse bank Credit Suisse. Die werd zondag overgenomen door zijn grotere Zwitserse concurrent UBS. Hoewel de bank daarmee van de ondergang is gered, zorgt de deal wel voor grote verliezen bij de aandeelhouders van Credit Suisse en bij sommige obligatiehouders van de bank.
Het gevaar dat Credit Suisse mogelijk zou omvallen is geweken, maar investeerders blijven bezorgd over de waarde van hun beleggingen in de bankensector. De Europese Centrale Bank (ECB), de Federal Reserve en vier andere grote centrale banken beloofden wel banken de komende tijd extra leenmogelijkheden te bieden om te zorgen dat ze over voldoende geld beschikken als klanten grote tegoeden willen opnemen.
New York Community Bancorp steeg 40 procent. Een onderdeel van de bank uit New York heeft vrijwel alle banktegoeden van Signature Bank overgenomen en een deel van de leningen. Het omvallen van Signature Bank en Silicon Valley Bank zorgden vorige week voor grote onrust op de beurzen.
Andere regionale banken als PacWest Bancorp en Western Alliance Bancorp toonden herstel en wonnen tot ruim 21 procent. De grote banken JPMorgan Chase, Bank of America, Citigroup en Wells Fargo stegen tot 1,1 procent.
Wall Street bleef in algehele zin zoekend naar richting. De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,7 procent hoger op 32.099 punten. De brede S&P 500 steeg 0,4 procent tot 3931 punten, maar techbeurs Nasdaq daalde 0,2 procent tot 11.603 punten.
Beleggers kijken deze week vooral uit naar het rentebesluit van de Federal Reserve, dat woensdag bekend wordt gemaakt. Dan wordt duidelijk of de Fed vasthoudt aan het beleid van renteverhogingen om de inflatie te bestrijden of dat de centrale bank toch afziet van een verdere verhoging om de rust in de financiële sector te bewaren. De Europese Centrale Bank besloot vorige week wel om de rente opnieuw stevig te verhogen ondanks de onrust in de bankensector.
De euro was 1,0727 dollar waard, tegen 1,0667 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,4 procent minder op 66,42 dollar. Brentolie werd ook 0,4 procent goedkoper op 72,69 dollar per vat.