Apple is maandag lager gezet op de Amerikaanse aandelenbeurzen. Het techbedrijf begon de dag nog stevig hoger en flirtte met een beurswaarde van 3 biljoen dollar. Investeerders waren hoopvol dat de verwachte virtualrealitybril van Apple zou zorgen voor een flinke nieuwe inkomstenstroom. Maar toen bekend werd dat de Apple-bril pas begin volgend jaar beschikbaar komt en veel duurder wordt dan VR-brillen van Facebook-moeder Meta sloeg het sentiment om. Uiteindelijk daalde Apple 0,8 procent.
Onder leiding van Apple sloeg het sentiment op Wall Street ook om. De Dow-Jonesindex sloot uiteindelijk 0,6 procent lager op 33.562,86 punten. De breed samengestelde S&P 500 verloor 0,2 procent tot 4273,79 punten en techbeurs Nasdaq leverde 0,1 procent in. Die beursgraadmeter eindigde op een stand van 13.229,43 punten.
De oliebedrijven ExxonMobil en Chevron verloren 0,4 en 0,5 procent, na het besluit van Saudi-Arabië om de eigen olieproductie in juli vrijwillig met 1 miljoen vaten per dag te verlagen om de olieprijs te stutten. Oliekartel OPEC en zijn bondgenoten willen daarnaast volgend jaar minder olie gaan produceren.
De olieprijzen stegen daardoor flink, maar dat optimisme ebde weer weg na berichten over onenigheid binnen de OPEC+ en vanwege angst voor een recessie. Uiteindelijk ging de prijs voor een vat Amerikaanse olie 0,1 procent omhoog tot 71,79 dollar. Brentolie kostte 0,3 procent meer op 76,36 dollar per vat.
Wapenfabrikant Raytheon daalde 0,3 procent. Het Franse luchtvaartbedrijf Safran praat met de Amerikaanse onderneming over de overname van een tak die zich bezighoudt met de besturingssystemen voor vliegtuigen. Die zou zo’n 1 miljard dollar moeten kosten.
Palo Alto Networks steeg 4,4 procent. Het cyberbeveiligingsbedrijf promoveert naar de S&P 500-index en neemt de plaats in van de aanbieder van satelliet-tv Dish Network (min 2,7 procent).
De grote Amerikaanse banken Bank of America, JPMorgan Chase, Citigroup en Wells Fargo verloren tot 1,9 procent. Volgens zakenkrant The Wall Street Journal zullen de grootbanken waarschijnlijk hun buffers om tegenslagen op te vangen moeten gaan verhogen als gevolg van nieuwe strengere regels na het omvallen van een aantal kleinere banken eerder dit jaar.
De euro was 1,0712 dollar waard, tegen 1,0715 dollar bij het slot van de Europese beurzen.