Hoge Raad kan kabinet-Schoof eerste miljardentegenvaller bezorgen

Foto: ANP

Het nieuwe kabinet kan donderdag mogelijk al een eerste miljardentegenvaller gepresenteerd krijgen. De Hoge Raad, de hoogste gerechtelijke instantie in Nederland, doet dan een uitspraak over de beruchte spaartaks, te veel betaalde belasting op spaargeld en beleggingen. De kwestie kan de nieuwe regering de komende jaren miljarden euro’s kosten. In het coalitieakkoord is geen rekening met deze tegenvaller gehouden.

Het draait om de zogeheten vermogensrendementsheffing in box 3. De Hoge Raad oordeelde in 2021 dat deze heffing op spaargeld en beleggingen onrechtmatig was, omdat er bij de berekening gebruik werd gemaakt van fictieve rendementen. De hoogste rechter oordeelde dat alleen belasting mag worden geheven over het daadwerkelijke ontvangen rendement op vermogen, zoals bijvoorbeeld de ontvangen rente op een spaarrekening of het uitgekeerde dividend op een beursaandeel. De overheid moet het te veel geïnde belastinggeld daarom terugbetalen, oordeelde de Hoge Raad.

Bij het opstellen van een hersteloperatie voor gedupeerden heeft het ministerie van Financiën besloten dat het voor de Belastingdienst onuitvoerbaar is als alle belastingbetalers zelf moeten aangeven wat hun werkelijk behaalde rendement is geweest. Het gebruik van geschatte inkomsten bij belastingheffing blijft daarom toegestaan, mits deze de werkelijkheid zo goed mogelijk benadert.

Op de compensatieregeling is veel kritiek en er volgden diverse beroepsprocedures. Verschillende belangrijke adviseurs van de Hoge Raad stelden onlangs vast dat in de herstelwet feitelijk nog steeds sprake is van fictief rendement. “Juridisch een onbegaanbare weg”, stelde een advocaat-generaal vorig jaar. Adviezen die een advocaat-generaal geeft, worden vaak overgenomen, maar soms ook niet.

De Hoge Raad moet zich nu uitspreken over de vraag wat bedoeld wordt met werkelijk behaald rendement. In afwachting van de uitspraak is de Belastingdienst tot nader order gestopt met het opleggen van aanslagen waarin sprake is van inkomen uit box 3, over de jaren 2021, 2022 en inmiddels ook 2023.

Als de Hoge Raad in het voordeel van de belastingbetalers oordeelt, kunnen zij bij aanslagen over de voorafgaande jaren een beroep doen op dit arrest. Eerder waarschuwde de beroepsvereniging van belastingadviseurs dat in dat geval “de Rijksbegroting over de periode 2024-2026 een jaarlijks gat van 4,5 miljard euro zal moeten verwerken”.