Op de aandelenbeurzen in New York ging de aandacht dinsdag bij het begin van de handel onder meer uit naar de beursgang van Instacart. Het boodschappenbezorgbedrijf werd tegen een introductieprijs van 30 dollar per aandeel naar de beurs gebracht. De marktwaarde van het bedrijf bedraagt daarmee bijna 10 miljard dollar. Dat is wel veel minder dan de 39 miljard dollar waarop Instacart in 2021 nog werd geraamd. Na een kwartier handel was er nog geen openingskoers van het aandeel bekend.
Vorige week donderdag keerde ook de Britse chipontwikkelaar Arm Holdings terug naar de beurs in New York. Dat aandeel werd op de eerste beursdag bijna een kwart meer waard, maar zakte in de afgelopen dagen weer wat terug. Dinsdag verloor het aandeel 4 procent tot 55,60 dollar. Dat is nog altijd meer dan de introductieprijs van 51 dollar per aandeel.
De stemming op Wall Street bleef verder voorzichtig. Beleggers letten vooral op de Amerikaanse Federal Reserve, die dinsdag begint aan zijn tweedaagse rentevergadering. Algemeen wordt verwacht dat de centrale bank de rente na afloop van die vergadering ongewijzigd zal laten. Op de financiële markten zal scherp worden gelet op signalen over mogelijke toekomstige rentestappen.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na aanvang van de handel 0,2 procent lager op 34.572 punten. De brede S&P 500 zakte eveneens 0,2 procent, tot 4445 punten en techgraadmeter Nasdaq verloor 0,3 procent op 13.664 punten.
De verkoper van auto-onderdelen AutoZone verloor 3,5 procent na publicatie van de kwartaalcijfers. Block zakte 1,8 procent. Beleggers verwerkten het nieuws dat Alyssa Henry, de baas van Square, in oktober vertrekt. Henry stond meer dan negen jaar aan het roer van het onderdeel van fintechbedrijf Block.
Ook bleef de aandacht uitgaan naar de autosector. Arbeiders van autofabrieken van General Motors (GM), Ford en Stellantis staken al sinds vorige week vrijdag om een beter loonakkoord af te dwingen. Vakbond UAW waarschuwde dat meer leden vanaf komende vrijdag het werk neerleggen als er geen voortgang wordt geboekt in de onderhandelingen met de autoproducenten. GM herstelde 1 procent en Ford 0,5 procent. Stellantis won 1,8 procent.
De euro was 1,0677 dollar waard, tegen 1,0695 dollar een dag eerder. De olieprijzen liepen verder op tot de hoogste niveaus sinds november vorig jaar. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 1,2 procent tot 92,58 dollar. Brentolie werd 0,6 procent duurder op 94,98 dollar per vat.