Prijzen voor olie en gas zullen in de eerste dagen van de nieuwe beursweek veel aandacht krijgen. Iran voerde dit weekend vanaf eigen grondgebied een grotendeels afgeslagen aanval met drones en raketten uit op Israël, wat de angst aanwakkert voor een groot conflict in het Midden-Oosten. Dat jaagt doorgaans ook de energieprijzen op.
Ook de inname van een containerschip door Iran kan de nervositeit bij de olie- en gashandel opvoeren. Het Iraanse Islamitische Korps van de Revolutionaire Garde deed dit in de Straat van Hormuz, een smalle zeestraat waar veel olie en gas door wordt vervoerd.
Het is komende week daarom ook uitkijken naar de koersreactie van grote energieconcerns. Zondagmiddag steeg het aandeel van olieproducent Saudi Aramco 1 procent op de beurs in Riyad. Maar naast de energieprijzen, blijft het de vraag of bijvoorbeeld ook aandelenbeurzen van slag zullen zijn.
"Iran ontwierp zijn vergelding voor maximale symbolische waarde, maar minimale schade", zegt Ziad Daoud van Bloomberg Economics. "Op zichzelf zou het markten niet in beweging moeten zetten. Maar als dit een Israëlische tegenaanval uitlokt, kan het erg gevaarlijk worden."
Vooralsnog lijkt Israël de tijd te nemen voor een reactie. Het land zal op "een gepast moment en gepaste manier" een vergelding uitvoeren, zei Benny Gantz van het Israëlische oorlogskabinet. Op de aandelenbeurs in Tel Aviv leek de schrik niet al te groot. De belangrijkste graadmeter van de beurs, de TA-35, stond zondagmiddag 0,3 procent hoger. De beurs in Riyad stond juist op een bescheiden verlies.
Verderop in de week gaat de aandacht uit naar kwartaalcijfers van chipmachinemaker ASML, het zwaargewicht binnen de AEX. De vraag is of de sterke groei van toepassingen van kunstmatige intelligentie zich voor het Veldhovense bedrijf vertalen in sterke groei. Ook blijven handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China boven het bedrijf hangen.
Uit de Verenigde Staten komen nog kwartaalcijfers van de grote banken Goldman Sachs en Morgan Stanley.
Op macro-economisch gebied gaat de aandacht onder andere uit naar Britse inflatiecijfers, die van invloed kunnen zijn op beslissingen over de rente van de Bank of England. Ook verschijnen nieuwe gegevens over de verkopen van winkeliers in de Verenigde Staten en productiecijfers van de Amerikaanse industrie.