Op de Amsterdamse beurs gaat de aandacht donderdag uit naar de kwartaalresultaten van verffabrikant AkzoNobel, chiptoeleverancier Besi en dataleverancier RELX. AkzoNobel verkocht zoals verwacht afgelopen kwartaal minder verf, maar dankzij prijsverhogingen nam de omzet wel toe. Het concern, dat vorige maand al met een winstalarm kwam, boekte wel minder winst doordat de gestegen kosten voor grondstoffen, energie en transport niet volledig konden worden doorberekend aan klanten.
Topman Thierry Vanlancker van AkzoNobel verwacht dat de "macro-economische turbulentie" nog tot ver in het volgende jaar zal aanhouden. Het bedrijf heeft daarom besloten om de doelstellingen voor 2023 op te schorten.
Besi had afgelopen kwartaal last van de dip in de vraag naar chips voor smartphones en zag de omzet met dik 21 procent dalen in het derde kwartaal ten opzichte van een kwartaal eerder. Het bedrijf had al gewaarschuwd voor een omzetdaling van 20 tot 30 procent. Voor het huidige kwartaal rekent het bedrijf op een omzetdaling van 15 tot 25 procent vanwege de aanhoudende zwakke marktomstandigheden.
RELX zag de omzet in de eerste negen maanden van het jaar groeien. In een handelsupdate, waarin het bedrijf geen cijfers vermeldde, bevestigde het voormalige Elsevier dat de groei van de omzet en winst dit jaar boven het historisch gemiddelde zal liggen.
De AEX-index zal naar verwachting lager openen na de verliesbeurt op Wall Street. Ook de andere Europese beurzen lijken met minnen te beginnen. Op de Scandinavische markten kwamen bedrijven als Nokia, Tele2, Ericsson en Volvo met resultaten. In Azië gingen de aandelenmarkten donderdag overwegend omlaag. In Tokio eindigde de Nikkei 0,9 procent in de min en de Hang Seng-index in Hongkong verloor tussentijds 1,5 procent.
Op het Damrak kwamen ook Nedap en Sligro met cijfers. Technologiebedrijf Nedap boekte afgelopen kwartaal meer omzet ondanks de aanhoudende tekorten aan onderdelen. Ook handhaafde Nedap de omzetverwachting voor het hele jaar. Groothandelsbedrijf Sligro zag de omzet in het derde kwartaal met 17,1 procent stijgen. Ondanks de hoge inflatie en een mogelijke recessie ziet het bedrijf de komende maanden niet somber in. Wel merkt Sligro dat de horecaklanten meer druk ervaren door personeelstekorten en de hoge energierekening.
De euro was 0,9780 dollar waard, tegen 0,9787 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,5 procent meer op 86,79 dollar. Brentolie werd 0,8 procent duurder op 93,17 dollar per vat.