Op de Amsterdamse beurs gaat de aandacht vrijdag onder meer uit naar zorgtechnologieconcern Philips. Uit een onderzoek door NRC blijkt dat Philips heeft nagelaten onderzoek in te stellen naar de dood van een Nederlandse patiënt die een apneu-apparaat van het bedrijf gebruikte. Daarmee houdt Philips zich niet aan de Europese wetgeving voor medische hulpmiddelen.
In Frankfurt staat Siemens Energy in de belangstelling. Het Duitse energiebedrijf schrapte zijn winstverwachting voor dit jaar vanwege de aanhoudende problemen met zijn Spaanse windturbinetak Siemens Gamesa. Die problemen gaan het bedrijf waarschijnlijk meer dan 1 miljard euro kosten.
De stemming op de Europese beursvloeren blijft verder terughoudend. De rentezorgen laaiden weer op na een reeks van renteverhogingen door de centrale banken in het Verenigd Koninkrijk, Noorwegen en Zwitserland. Ook vrezen beleggers dat de Amerikaanse Federal Reserve de rente volgende maand weer gaat verhogen na de pauze in juni.
De AEX-index op Beursplein 5 lijkt licht lager te gaan beginnen aan de laatste handelsdag van de week. Ook de andere Europese beurzen zullen naar verwachting met verliezen openen. De Aziatische aandelenmarkten gingen vrijdag flink omlaag. In Tokio sloot de Nikkei de week 1,5 procent lager af, na een tegenvallend Japans inflatiecijfer over mei. In Hongkong noteerde de Hang Seng-index tussentijds 2 procent in de min door flinke koersverliezen bij de Chinese techbedrijven. In Shanghai was de beurs gesloten.
Op het Damrak liet NN Group weten voor een bedrag van 235 miljoen euro aan eigen aandelen te gaan inkopen. De verzekeraar wil daarmee het verwateringseffect van de uitkering van het dividend in aandelen neutraliseren. De inkoop komt bovenop het al lopende aandeleninkoopprogramma van 250 miljoen euro dat in februari werd aangekondigd.
De Europese beurzen sloten donderdag overwegend lager. De AEX bleef vrijwel vlak op 759,17 punten en de MidKap daalde 0,1 procent tot 891,89 punten. De graadmeters in Londen, Frankfurt en Parijs zakten tot 0,8 procent. Op Wall Street eindigde de Dow-Jonesindex vrijwel vlak op 33.994,71 punten. De brede S&P 500 won 0,4 procent en techbeurs Nasdaq klom bijna 1 procent.
De euro was 1,0929 dollar waard, tegen 1,0957 dollar een dag eerder. De olieprijzen gingen verder omlaag na de forse daling op donderdag. Een vat Amerikaanse olie werd 1 procent goedkoper op 68,82 dollar. Brentolie kostte 0,9 procent minder op 73,46 dollar per vat.