Op de Amsterdamse beurs blijft de aandacht maandag uitgaan naar de ontwikkelingen rond de rente. Vorige week keerde de vrees voor hogere rentetarieven weer terug. Dat kwam doordat de voorzitter van de Federal Reserve verklaarde dat de Amerikaanse centrale bank niet zal aarzelen om de rente verder te verhogen als dat nodig is om de inflatie terug te dringen. Beleggers zullen dan ook scherp letten op de nieuwe Amerikaanse inflatiecijfers, die dinsdag op het programma staan.
Het cijferseizoen op het Damrak is bijna afgelopen. Wel kwam Alfen nog met resultaten. De verkoper van laadpalen en andere systemen voor het elektriciteitsnet heeft zijn omzet het afgelopen kwartaal weer zien toenemen. Beleggingsadviseur Oddo BHF verhoogde het advies naar kopen, dankzij een beter dan verwachte omzetgroei van het bedrijf.
Op politiek gebied gaat de aandacht uit naar de ontmoeting tussen de Amerikaanse president Joe Biden en zijn Chinese ambtgenoot Xi Jinping. Die zal deze week plaatsvinden tijdens de APEC-top van het samenwerkingsverband tussen 21 landen rond de Grote Oceaan. Die top wordt deze week gehouden in San Francisco.
De AEX-index koerst af op een hoger begin van de nieuwe beursweek, na de stevige koerswinsten op Wall Street afgelopen vrijdag. De Aziatische aandelenmarkten lieten maandag een gemengd beeld zien. De Nikkei in Tokio sloot 0,1 procent hoger.
In Amsterdam staan de chipbedrijven ASMI, Besi en ASML in de belangstelling. De grote Taiwanese chipfabrikant TSMC, een belangrijke klant van de chipmachines van ASML, heeft de omzet vorige maand voor het eerst sinds februari dit jaar zien stijgen. TSMC liet bij de derdekwartaalcijfers al weten dat de neergang in de chipindustrie mogelijk het dieptepunt heeft bereikt en dat de vraag naar halfgeleiders aan het stabiliseren is.
IMCD kondigde een kleine overname aan. De chemicaliëndistributeur koopt twee divisies van zijn Indiase branchegenoot CJ Shah & Company. Een overnamebedrag werd niet gegeven. De twee onderdelen zijn goed voor een jaaromzet van ongeveer 25 miljoen euro en tellen twintig medewerkers.
De euro was 1,0688 dollar waard, tegenover 1,0665 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie werd 0,7 procent goedkoper op 76,66 dollar. Brentolie kostte ook 0,7 procent minder, op 80,90 dollar per vat.