DEN HAAG (ANP) - Het aantal windmolens op het land in Nederland is in minder dan tien jaar met 61 procent gestegen tot 3553. Sinds 2020 kwamen er ook honderden enorme windturbines van boven de 200 meter bij, heeft het Kadaster becijferd.
"Windmolens zijn een belangrijke manier om duurzame energie op te wekken. Maar hun geluid en schaduw geven ook overlast", zegt Martin Tillema, expert op het gebied van energietransitie bij het Kadaster. Volgens hem staan de meeste windmolens op meer dan 1 kilometer afstand van de bebouwde kom, hoewel er 150 binnen de bebouwde kom staan. "Gemeenten met veel windmolens in de bebouwde kom zijn Amsterdam (20) en Waadhoeke (13)", staat in het rapport.
Eind vorig jaar waren er ruim 400 windmolens groter dan 200 meter. Tot 2019 waren dit er slechts 5. Volgens de onderzoekers staan de meeste windmolens in het noorden van het land: Flevoland staat op één met 728 stuks, gevolgd door Groningen (681) en Friesland (631). Utrecht en Limburg hebben de minste windmolens van alle provincies.
De afgelopen jaren zijn meerdere rechtszaken aangespannen om de bouw van windmolens tegen te houden, vanwege zorgen over overlast, veiligheid en gezondheidsrisico's. De Raad van State oordeelde eerder deze maand nog dat de provincie Gelderland beter in kaart moet brengen wat de bouw van drie windturbines in Zutphen voor gevolgen kan hebben voor de gezondheid van omwonenden en het milieu. De provincie moet binnen twintig weken aantonen welke risico's het oplevert als de coating op de wieken van de turbines slijt en in de omgeving terechtkomt.