ABN AMRO en Ahold Delhaize waren woensdag de grootste dalers in de AEX-index op het Damrak, die een voorzichtig herstel liet zien. De resultaten van de twee hoofdfondsen vielen niet in de smaak bij beleggers. ABN AMRO wist de kwartaalwinst bijna te verdubbelen dankzij de gestegen rente. Beleggers maken zich echter zorgen over de kosten bij de bank. Het concern verwacht namelijk niet langer zijn kostendoelstelling voor 2024 te zullen halen. Het aandeel werd ruim 4 procent lager gezet.
Supermarktconcern Ahold Delhaize zag de omzet in het tweede kwartaal stijgen tot dik 22 miljard euro. De nettowinst daalde wel als gevolg van onder meer gestegen energiekosten en de stakingen in België. Topman Frans Muller sprak desondanks van "sterke prestaties" en zei meer aanwijzingen te zien dat de inflatie over haar hoogtepunt heen is. Het moederbedrijf van Albert Heijn handhaafde ook zijn winstverwachting voor het hele boekjaar. Beleggers hadden op meer gehoopt en stuurden het aandeel 3 procent omlaag.
De AEX-index noteerde in de ochtendhandel 0,6 procent hoger op 771,62 punten. De MidKap klom 0,7 procent tot 909,12 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs wonnen tot 1,1 procent.
Chipmachinemaker ASML, zorgtechnologiebedrijf Philips en techinvesteerder Prosus gingen aan kop in de AEX, met winsten van meer dan 1 procent. In de MidKap profiteerde Alfen van een adviesverhoging door de Amerikaanse investeringsbank Jefferies. De laadpalenmaker werd van de verkooplijst gehaald en was met een plus van dik 7 procent de grote winnaar bij de middelgrote bedrijven. Biotechnoloog Galapagos sloot de rij met een verlies van 1 procent.
Bij de kleinere bedrijven zakte Ebusco ruim 2 procent na publicatie van de resultaten. Topman Peter Bijvelds sprak daarbij van een teleurstellende eerste helft van 2023, waarin het nettoverlies flink is opgelopen. De fabrikant van elektrische bussen, die in juli al had gewaarschuwd voor tegenvallende resultaten, kon in de eerste zes maanden van het jaar minder bussen afleveren dan verwacht door productieproblemen en personeelstekorten.
De euro was 1,0974 dollar waard, tegen 1,0952 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,1 procent minder op 82,86 dollar. Brentolie werd ook 0,1 procent goedkoper, op 86,11 dollar per vat.