Eten en drinken wordt nog duurder, concluderen economen van ABN AMRO in een nieuw rapport. Doordat de samenleving van het slot gaat, zullen meer voedingsmiddelen worden geproduceerd. Maar omdat de productiekosten hard oplopen kan het niet anders dan dat consumenten dat in de portemonnee gaan voelen.
Producenten zijn meer geld kwijt aan onder meer grondstoffen en transport en door stijgende energiekosten. Hogere kosten zetten een rem op de productiegroei, aldus de bank. De productie van voedingsmiddelen zal volgens ABN AMRO dit jaar maar 1 procent stijgen. De drankenproductie zal zo'n 5 procent toenemen.
Producenten zullen stevige onderhandelingen moeten voeren met supermarkten over de prijzen. Door concurrentiedruk kunnen ze niet de hoofdprijs vragen.
Hoe de producenten uit "deze strijd" komen is volgens ABN AMRO afhankelijk van een aantal factoren. Naast merk en schaalgrootte speelt ook de beschikbaarheid van alternatieven een rol. Verder verschilt het per producent hoeveel efficiëntiemaatregelen ze kunnen nemen. Als de winstmarges te veel onder druk komen te staan, kan dit de investeringen van bedrijven raken. Dat kan weer ten koste gaan van de innovatiekracht en de duurzame koers, meent ABN AMRO.
Volgens de bank gaan consumenten bij te grote prijsstijgingen op zoek naar goedkopere alternatieven. Uit onderzoek van de bank komt naar voren dat prijs bij 40 tot 55 procent van de consumenten een grotere rol speelt dan bijvoorbeeld gemak en duurzaamheid. Verder zegt ruim een kwart van de ondervraagden minder op duurzaamheid te letten als de boodschappen daardoor flink duurder worden.