Het welzijn van Nederlandse werkenden is het afgelopen coronajaar flink toegenomen, met zo'n 12 procent, becijferde ABN AMRO in een onderzoek onder duizenden Nederlanders. De groei is volgens onderzoekers van de bank "een enorme uitschieter" vergeleken met minimale toenames tijdens eerdere jaren. Dat zou voor een deel verklaard worden door een betere balans tussen werk en privé als gevolg van het vele thuiswerken.
De tevredenheid over de werk-privébalans was ruim een kwart hoger dan een jaar eerder. "Het zijn vooral de bijeffecten van het thuiswerken die worden gewaardeerd", aldus ABN AMRO, wijzend op een evenwichtigere ervaren werkdruk, meer tijd voor de privésituatie en minder gewerkte overuren.
In alle zeventien onderzochte sectoren, waaronder de bouw, zorg en financiële dienstverlening, was sprake van een toename van het welzijn. Behalve een betere werk-privébalans zorgden bijvoorbeeld ook verminderingen in de aantallen burn-outs en intimidaties op de werkvloer voor een beter welzijn.
Volgens onderzoekster Franka Rolvink Couzy is het belangrijk dat werkgevers lessen trekken uit de positieve effecten van de coronacrisis en zo ook op langere termijn het welzijn van medewerkers verbeteren. "Nu de economie van het slot gaat, staan werkgevers voor de keuze welke goede elementen zij willen behouden", aldus Rolvink Couzy. Verbeterpunten liggen volgens de onderzoekers bij gelijke kansen voor medewerkers, bijvoorbeeld tussen mannen en vrouwen en laag- en hoogopgeleiden.
De cijfers zijn onderdeel van de eerste editie van de 'Sectorale Welzijnsmonitor' van ABN AMRO, waarvoor 2000 Nederlanders werden gevraagd naar de belangrijkste factoren die van invloed zijn op hun welzijn. Zo telden werk-privébalans en gezondheid zwaarder mee voor het welzijn dan zaken die op afstand staan zoals klimaat en veiligheid. Op basis van de belangrijkste invloeden op het welzijn analyseerde de bank vooral openbare data van de afgelopen zes jaar van onder meer het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en onderzoeksinstituut TNO.