Voor het halen van duurzame doelen mogen bedrijven met elkaar samenwerken. Dat is de kern van een nieuwe regel van de Autoriteit Consument & Markt (ACM). De toezichthouder wil namelijk niet dat de concurrentieregels "onnodig in de weg staan" bij inspanningen in het bedrijfsleven voor vergroening, bijvoorbeeld op het gebied van recycling van afval of het verminderen van de CO2-uitstoot.
Normaal zouden afspraken tussen bedrijven als kartelvorming opgevat kunnen worden, een vergrijp waar flinke boetes voor worden uitgedeeld. Maar daar hoeven ondernemingen nu niet bang meer voor te zijn, als ze tenminste aan door de concurrentiewaakhond gestelde voorwaarden voldoen. Dan gaat het er bijvoorbeeld om dat de samenwerking in dat specifieke geval ook echt nodig is en dat een krachtenbundeling daadwerkelijk voordeel oplevert.
Zo is de toezichthouder akkoord met een initiatief van verschillende inzamelaars van bedrijfsafval die willen afspreken dat grotere nieuwe klanten altijd een contract aangeboden krijgen voor minimaal twee gescheiden afvalstromen, bijvoorbeeld restafval en GFT-afval. Dat bevordert het scheiden van afval en helpt ook bij het voorkomen van verspilling van grondstoffen.
"We zien dat veel bedrijven bezig zijn om hun bedrijfsvoering aan te passen om duurzame doelen te halen. Dat juichen wij toe", zegt ACM-bestuursvoorzitter Martijn Snoep. Hij wijst erop dat de Europese Commissie ook in nieuwe richtsnoeren heeft aangegeven dat bedrijven hiervoor met elkaar kunnen samenwerken zonder dat ze de concurrentieregels overtreden.
"Omdat veel samenwerkingen van invloed kunnen zijn op de handel in de EU, volgen wij nu de lijn van de Europese Commissie en hebben op basis daarvan de nieuwe beleidsregel opgesteld. De nieuwe regels geven aan welke ruimte bedrijven hebben, maar stellen ook duidelijke voorwaarden om 'greenwashing' te voorkomen en te zorgen dat de samenleving als geheel profiteert van de samenwerking", aldus Snoep.