Nederland krijgt steun van veel andere EU-landen voor zijn pleidooi om een uit gewone mest gemaakte kunstmestvervanger snel toe te laten. Maar de Europese Commissie moet nog wel worden overgehaald, denkt demissionair landbouwminister Piet Adema. Hij hoopt, ook al is de commissie in haar nadagen, dit jaar niettemin nog "hele ferme stappen" te kunnen zetten.
Nederland, dat het stikstofprobleem nog altijd voelt knellen, denkt met kunstmestalternatief Renure meerdere vliegen in een klap te slaan. Boeren kunnen de mest van koeien en ander vee waar ze nu mee verlegen zitten benutten en ze hebben minder kunstmest uit het buitenland nodig.
Dat kan op de bijval van veel andere lidstaten rekenen, constateerde Adema dinsdag bij overleg met zijn collega's in Brussel. Maar de commissie, van wie uiteindelijk een voorstel moet komen, wil niet vooruitlopen op een bredere doorlichting van het mestbeleid. Adema gaat nu "met dit belangrijke signaal" van de ministers proberen de verantwoordelijke Eurocommissaris in beweging te krijgen.
Of dat nog voor de Europese verkiezingen over vierenhalve maand lukt is de vraag, erkent Adema. Maar dat hoeft de plannen niet meteen tot stilstand te brengen, meent hij. Ook nadien, met een 'demissionaire' commissie, kan volgens hem nog voortgang worden geboekt.