Het aantal onbetaald gewerkte overuren lijkt door de coronacrisis te zijn toegenomen. In Nederland werkte eind vorig jaar ruim een kwart van de mensen zes tot tien uur per week langer door zonder daarvoor betaald te krijgen. Voor de crisis was dat nog een vijfde. Volgens loonstrookverwerker ADP, dat het internationale onderzoek uitvoerde, kan dat deels komen door de economische onzekerheid die de pandemie met zich meebracht.
Bijna twee op de drie Nederlanders maakten eind vorig jaar wekelijks onbetaalde overuren. Wereldwijd ligt dat hoger. Daar werkt 80 procent van de werknemers wekelijks over. Het gemiddelde is daarbij negen uur per week, twee uur meer dan voor de coronacrisis.
Onder werknemers die werken op locatie combineren met thuiswerken was het aantal ‘gratis’ overuren met tien uur per week het hoogst. Thuiswerkers zaten iets boven het gemiddelde en mensen die alleen op locatie werkten iets eronder.
"Op basis van deze cijfers kunnen we dus niet zomaar aannemen dat hybride werken het beste uit twee werelden samenbrengt", zegt directeur Martijn Brand van ADP Nederland. Hij waarschuwt ervoor dat langdurig overwerken kan leiden tot klachten als stress en een lagere arbeidsproductiviteit.
Jongvolwassenen tussen de 18 en 34 jaar werken volgens het onderzoek onder ruim 30.000 werknemers in zeventien landen het vaakst over. 85 procent van de jongeren zegt weleens onbetaald extra uren te maken. Voor bijvoorbeeld 55-plussers ligt dit lager met ruim bijna 60 procent.