Grote bedrijven voldoen nog niet aan nieuwe Europese regels voor het rapporteren over duurzaamheid die vanaf 2023 ingaan. Ze moeten daarom snel aan de slag met hun voorbereidingen, stelt advies- en accountantsorganisatie KPMG na een onderzoek onder de top 25 beursgenoteerde en 25 grootste niet-beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. Ook hulp van de overheid, financiële dienstverleners en bijvoorbeeld werkgeverspartners zou op zijn plaats zijn.
De nieuwe EU-richtlijnen bepalen bijvoorbeeld dat bedrijven met meer dan 250 medewerkers in hun jaarverslag inzicht moeten geven in de impact van hun activiteiten op mens, milieu en samenleving. Volgens KPMG gaf geen van de onderzochte ondernemingen evenwel inzage in wat accountants noemen de ‘dubbele materialiteit’. Dat betekent inzage in zowel financiële bedrijfsrisico’s van duurzaamheid als risico’s voor de fysieke omgeving. Bijna 80 procent voldeed aan slechts een paar nieuwe regels. En zo’n 10 procent voldeed aan geen enkele nieuwe verplichting en moet dus vergaande maatregelen nemen.
"Hoewel bedrijven nog achttien maanden te gaan hebben, vragen de nieuwe EU-richtlijnen nu al om aanpassingen in het reilen en zeilen van bedrijven. Als een onderneming vandaag besluit een nieuwe fabriek te bouwen of zonnepanelen uit het verre buitenland te halen, moet helder zijn wat de impact daarvan is op mens, milieu en samenleving op langere termijn", legt Wim Bartels, partner bij KPMG, uit. "Het is van groot belang deze stappen nu te zetten om te voorkomen dat bedrijven straks in de problemen komen."