Het juridische proces rond de massaclaim van 100.000 Ivorianen over de afvaldump door een schip van grondstoffenhandelaar Trafigura, kan doorgaan. De belangenorganisatie van de slachtoffers is wel degelijk ontvankelijk, adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad. Een eerder oordeel hierover van het Amsterdamse gerechtshof zou in stand kunnen blijven, waardoor de zaak weer verder zou kunnen.
De gedupeerden voeren al jarenlang een juridische strijd in Nederland. In 2006 vervoerde het Trafigura-schip de Probo Koala vanuit Amsterdam giftig afval naar de Ivoriaanse havenstad Abidjan. Een lokaal bedrijf dumpte het materiaal illegaal op verschillende plekken rondom de stad. Volgens de Ivoriaanse autoriteiten leidde dit tot doden en zieken.
Trafigura verzet zich er bij de Hoge Raad tegen dat het gerechtshof in Amsterdam akkoord is gegaan met een inhoudelijke behandeling van de claim. Maar daar gaat de advocaat-generaal niet in mee. De advocaat-generaal is een belangrijke adviseur van de Hoge Raad. De adviezen die deze geeft worden vaak overgenomen maar dat hoeft niet. Het is nog niet bekend wanneer de uitspraak van de Hoge Raad volgt.
Sinds de ramp hebben er verschillende rechtszaken gediend. Trafigura schikte in 2012 met het Openbaar Ministerie in Nederland voor zaken rond het gifschip. Het bedrijf betaalde een boete van een miljoen euro voor de illegale uitvoer van afvalstoffen en 300.000 euro die met die uitvoer zou zijn verdiend. Trafigura heeft ook benadrukt ruim een decennium geleden al bijna 200 miljoen dollar aan compensatie aan Ivoorkust te hebben betaald. Daarbij zou er nooit bewijs zijn geleverd dat het afval uit het schip daadwerkelijk schadelijke gevolgen had voor de lokale bevolking.