Aegon was woensdag de grote winnaar in de AEX-index op het Damrak, die weinig beweging liet zien. De verzekeraar liet in een handelsbericht weten het jaar goed te zijn begonnen. Volgens topman Lard Friese kende Aegon in het eerste kwartaal een sterke commerciële groei en boekt het bedrijf vooruitgang met de strategische en financiële doelstellingen. Ook de verkoop van de Nederlandse activiteiten van Aegon aan branchegenoot ASR ligt op schema en zal in de tweede jaarhelft worden afgerond. Het aandeel klom ruim 5 procent.
Alfen kelderde bijna 12 procent na tegenvallende resultaten. De maker van laadpalen en opslagsystemen boekte afgelopen kwartaal flink meer omzet. De winstmarge stond echter onder druk en de vraag naar oplaadsystemen voor elektrische auto's daalde. Alfen waarschuwde ook dat de jaaromzet waarschijnlijk aan de onderkant van de afgegeven bandbreedte zal uitkomen.
De stemming op de Europese beurzen bleef verder terughoudend. De moeizame onderhandelingen over de verhoging van het schuldenplafond van de Amerikaanse overheid bleven daarbij boven de markten hangen. Daarnaast werd bevestigd dat de inflatie in de eurozone in april licht is toegenomen tot 7 procent, van 6,9 procent een maand eerder.
De AEX noteerde rond het middaguur 0,1 procent hoger op 757,34 punten. De MidKap zakte 0,8 procent tot 929,66 punten, door de koersval van Alfen. Ook InPost (min 7 procent) moest het ontgelden. De aanbieder van pakketkluisjes werd door JPMorgan van de kooplijst gehaald. De beurzen in Frankfurt en Londen wonnen tot 0,3 procent. Parijs daalde 0,1 procent.
Naast Aegon stonden staalfabrikant ArcelorMittal en verzekeraar NN Group in de kopgroep van de AEX, met kleinere plussen van 1,3 en 0,8 procent. Chipbedrijf ASMI noteerde ex dividend en verloor 1,1 procent. Prosus won 0,7 procent na de kwartaalresultaten van het Chinese internet- en gamesbedrijf Tencent, waarin de techinvesteerder een groot belang heeft. Tencent profiteerde van het opheffen van de coronamaatregelen in China en zag de omzet stevig toenemen. De winstgroei viel echter lager uit dan verwacht.
Siemens won dik 2 procent in Frankfurt. Het Duitse industrieconcern verhoogde opnieuw zijn jaarverwachtingen. De Duitse bank Commerzbank zakte daarentegen bijna 7 procent na tegenvallende resultaten.
De euro was 1,0824 dollar waard, tegen 1,0864 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd een fractie goedkoper op 70,84 dollar. Brentolie kostte 0,1 procent meer op 74,96 dollar per vat.