De AEX-index op het Damrak koerst vrijdag af op een vrijwel vlak begin van de laatste handelsdag van de week. De tech- en chipbedrijven zullen waarschijnlijk onder druk staan na de verliesbeurt van de Amerikaanse techgraadmeter Nasdaq. De Amsterdamse hoofdindex steeg een dag eerder nog 1 procent tot een nieuw slotrecord van 933,84 punten. Dat kwam vooral door een sterke koerswinst van dik 5 procent van chipbedrijf ASMI, dat profiteerde van positieve analistenrapporten. De AEX bereikte op 12 juni de hoogste tussentijdse koers ooit op 934,59 punten.
De Aziatische aandelenmarkten gingen overwegend omlaag. De Nikkei in Tokio sloot de week 0,1 procent lager af. In Japan is de inflatie in mei opgelopen tot 2,5 procent door hogere energieprijzen. Het inflatiecijfer bleef daarmee voor de 26e maand boven de doelstelling van 2 procent van de Bank of Japan en voedde de speculatie op een verdere renteverhoging door de centrale bank om de prijsstijgingen aan te pakken. De beurs in Hongkong zakte 1,5 procent, mede door koersverliezen onder de Chinese techbedrijven. De hoofdindex in Shanghai daalde 0,1 procent.
De Kospi in Seoul leverde 0,8 procent in, na de oplopende spanningen met buurland Noord-Korea. Zo heeft het Zuid-Koreaanse leger waarschuwingsschoten gelost nadat Noord-Koreaanse soldaten de grens waren overgestoken. Het incident vond plaats bij de gedemilitariseerde zone (DMZ), de grens tussen de twee landen. Daarnaast sloot de Russische president Vladimir Poetin tijdens zijn bezoek aan Noord-Korea niet uit dat Rusland wapens naar Noord-Korea zal sturen. Tegelijkertijd waarschuwde hij Zuid-Korea dat het een "grote fout" maakt als het besluit wapens te leveren aan Oekraïne.
Op Wall Street sloot de Dow-Jonesindex 0,8 procent hoger op 39.134,76 punten. De brede S&P 500 daalde 0,3 procent en techgraadmeter Nasdaq verloor 0,8 procent. AI-chipbedrijf Nvidia moest na een koersverlies van 3,5 procent zijn positie als meest waardevolle beursbedrijf ter wereld weer afstaan aan Microsoft.
De euro was 1,0715 dollar waard, tegen 1,0706 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte een fractie minder op 81,26 dollar. Brentolie werd 0,1 procent goedkoper op 85,65 dollar per vat.