De banken en verzekeraars stonden donderdag onder druk op het Damrak na het besluit van de Federal Reserve (Fed) de rente dit jaar niet verder te verhogen. De Europese beurzen gingen overwegend licht vooruit. Beleggers hielden de blik gericht op de EU-top in Brussel, waar de brexit op de agenda staat, en het rentebesluit van de Bank of England.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,3 procent in de plus op 549,09 punten. De MidKap steeg 0,2 procent tot 773,96 punten. De beursgraadmeter in Frankfurt daalde 0,3 procent en Parijs bleef nagenoeg ongewijzigd.
Londen steeg 0,5 procent. De EU-leiders buigen zich over het verzoek van de Britse premier Theresa May om het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie uit te stellen tot 30 juni.
Koplopers bij de hoofdfondsen op het Damrak waren chipmachinemaker ASML en staalfabrikant ArcelorMittal met winsten van 1,6 procent. De verzekeraars Aegon en NN Group sloten de rij met verliezen van 1,6 en 1,5 procent. ASR leverde 1,2 procent in. De verzekeraar verkoopt een deel van de bancaire activiteiten van ASR Bank aan Achmea. Financiële details van de deal werden niet gegeven.
ING verloor 0,6 procent ondanks een adviesverhoging door RBC, en ABN AMRO daalde 0,8 procent. Banken en verzekeraars hebben doorgaans profijt van een hogere rente. Ook elders in Europa werden de financiële bedrijven van de hand gedaan. In Parijs daalde BNP Paribas 1,3 procent en in Frankfurt verloor Deutsche Bank 3,3 procent. De Zwitserse bank UBS zakte in Zürich 2,1 procent.
Bij de kleinere bedrijven zakte Sif 0,9 procent. De funderingsspecialist sloot 2018 af met een verlies van 2,1 miljoen euro, tegen een winst van bijna 31 miljoen euro een jaar eerder. Sif kampte naar eigen zeggen met een lage benutting van de productiecapaciteit.
De euro was 1,1422 dollar waard, tegen 1,1351 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,5 procent goedkoper op 59,92 dollar. De prijs van Brent zakte 0,4 procent tot 68,22 dollar per vat.