AEX sluit dag hoger af

De Europese aandelenbeurzen zijn vrijdag hoger gesloten. Vooral technologiebedrijven waren in trek dankzij sterke koerswinsten onder Amerikaanse branchegenoten. De perikelen rondom de handelsspanningen tussen de Verenigde Staten en China en het conflict over de Amerikaanse overheidsbegroting, die de beurshandel al tijden domineren, verdwenen weer enigszins naar de achtergrond.

De AEX-index op Beursplein 5 eindigde 1 procent in de plus op 515,10 punten. De MidKap steeg 1,5 procent tot 724,36 punten. De beursgraadmeters in Parijs en Frankfurt wonnen tot 1,4 procent. De Londense FTSE daalde 0,1 procent.

Grootste stijger bij de hoofdfondsen op het Damrak was staalmaker ArcelorMittal met een winst van 5,5 procent. Verzekeraar ASR stond onderaan met een min van 1,2 procent. Chipmachinefabrikant ASML won 3,8 procent, na het kwartaalbericht van zijn belangrijke aandeelhouder en klant Intel. De Amerikaanse chipmaker is voorzichtig in zijn voorspellingen, maar denkt wel in staat te zijn om in 2019 net als in 2018 recordresultaten neer te zetten. Intel kreeg op de beurs in New York overigens een flinke tik.

In de MidKap stond chipbedrijf Besi opnieuw in de kopgroep met een plus van 5,4 procent, na de sterke koerswinst een dag eerder. Bij de kleinere bedrijven klom Heijmans 2,7 procent. Het bouwbedrijf heeft een voorlopig contract gekregen voor renovatiewerkzaamheden aan het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.

Het Amerikaanse creditcardconcern Mastercard neemt verder de Britse betalingsdienstverlener Earthport over. Dat laatste bedrijf won in Londen meer dan 30 procent.

Vodafone daalde daarnaast bijna 5 procent. De Britse telecomreus boekte minder omzet in het afgelopen kwartaal. In Stockholm werden de kwartaalcijfers van Ericsson wel goed ontvangen. De Zweedse maker van telecomapparatuur kreeg er 3,2 procent bij. De Zwitserse maker van geur- en smaakstoffen Givaudan zakte 3,7 procent in Zürich na tegenvallende resultaten.

De euro noteerde op 1,1407 dollar, tegen 1,1328 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent duurder op 53,54 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent meer op 61,44 dollar per vat.