De AEX-index op het Damrak stond dinsdag weer boven de 700 puntengrens dankzij een herstel bij de chipbedrijven ASMI, Besi en ASML. Maandag dook de hoofdgraadmeter voor het eerst in meer dan een maand tijd onder deze psychologische grens door de vrees voor stevige renteverhogingen door de centrale banken. Ook Philips stond in de belangstelling wegens de uitbreiding van een eerdere terugroepactie voor bepaalde ademhalingsapparaten van het zorgtechnologiebedrijf.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 0,8 procent hoger op 703,64 punten. De MidKap klom 0,6 procent tot 949,61 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs stegen tot 0,7 procent.
ASMI, Besi en ASML stegen tot 1,5 procent. Een dag eerder raakten de chipbedrijven nog tot 4,6 procent kwijt. Ook speciaalchemieconcern DSM stond in de kopgroep van de AEX met een plus van 1,8 procent. Dataleverancier RELX, verzekeraar Aegon en techinvesteerder Prosus wonnen meer dan 1 procent. Staalfabrikant ArcelorMittal sloot de rij met een min van 1,1 procent.
Philips daalde 0,2 procent. Volgens de Amerikaanse toezichthouder moet het concern nu ongeveer 1700 ademhalingsapparaten wereldwijd teruggeroepen. Eerder waren dat er 43. Philips is al bezig met een grote terugroepactie van apneu-apparaten vanwege isolatieschuim dat kan afbrokkelen met mogelijke gezondheidsproblemen voor gebruikers tot gevolg. In totaal moeten 5,5 miljoen van deze apparaten worden vervangen. De kwestie kostte het bedrijf al honderden miljoenen euro's, los van de claims tegen het bedrijf. Topman Frans van Houten kondigde eerder deze maand aan vervroegd te zullen vertrekken.
Energiespecialist Alfen won 0,8 procent in de MidKap na het binnenslepen van een grote opdracht in Zweden. Bij de kleinere bedrijven steeg NX Filtration 2,5 procent. De Enschedese producent van waterzuiveringstechnologie zag de omzet in de eerste zes maanden van dit jaar groeien.
In Parijs won Engie 1,5 procent. Het Russische staatsgasbedrijf Gazprom heeft de gasleveringen aan het Franse energiebedrijf verminderd. Engie heeft naar eigen zeggen echter "de nodige volumes veiliggesteld" om verplichtingen aan zijn klanten maar ook aan de eigen behoeften te kunnen voldoen.
De olieprijzen daalden weer wat na de sterke opleving een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,2 procent goedkoper en kostte 96,78 dollar. Brentolie werd 0,6 procent goedkoper op 104,42 dollar. Dat betekende een daling met 0,5 procent. De euro was minder waard dan de dollar en noteerde op 0,9983 dollar.