Het signaleren van fraude door accountants moet beter. Dat stelt de Autoriteit Financiële Markten (AFM) die de komende jaren duidelijke signalen wil zien dat accountantsorganisaties meer en structureel aandacht geven aan de detectie en de opvolging van frauderisico’s bij hun controles van bijvoorbeeld de jaarrekeningen van bedrijven.
In een nieuwe publicatie wijst de toezichthouder erop dat accountants een soort poortwachters moeten zijn als het gaat om de aanpak van fraude. Dat is een belangrijke verantwoordelijkheid, benadrukt de AFM. Op basis van gesprekken met betrokkenen constateert de financiële waakhond dat er nog het een en ander verbeterd moet worden. Zo is belangrijk dat fraudedetectie ook terugkomt bij de planning en uitvoering van werkzaamheden en bij de acceptatie van klanten.
Praktisch elke geïnterviewde gaf aan dat de regels op dit vlak nog te vaak onvoldoende worden toegepast. Dit heeft waarschijnlijk niet alleen met de houding van accounts zelf of cultuur binnen hun organisaties te maken, ook zou de nodige expertise soms ontbreken. De toezichthouder verwijst ook naar een rapport van beroepsorganisatie NBA dat binnenkort verschijnt en het geschetste beeld zou bevestigen.
Er worden wel stappen in de goede richting gezet, maar er lijkt sprake van een trend dat vooral grotere accountantskantoren steeds scherper selecteren voor welke bedrijven ze wel en niet de boeken willen nalopen. Volgens de AFM bestaat hierdoor het risico dat bedrijven waar frauderisico's spelen meer terechtkomen bij kleinere accountantsorganisaties en niet goed worden opgepakt.
In Nederland liggen accountants al lang onder een vergrootglas na een reeks schandalen, zoals de boekhoudfraude bij Ahold, het faillissement van technisch dienstverlener Imtech en de grote financiële problemen van woningcorporatie Vestia. De voorbije jaren zijn meerdere rapporten verschenen waaruit naar voren kwam dat accountantsorganisaties hun prestaties nog meer moeten verbeteren.