De prijzen die Nederlandse industriebedrijven vragen voor hun goederen lagen in augustus bijna een kwart hoger dan in dezelfde maand vorig jaar. Daarmee bleef de toename van de afzetprijzen "ongekend groot", meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vergeleken met een maand eerder pakte de prijsstijging wel iets minder fors uit.
Volgens de nieuwe cijfers lagen de afzetprijzen van de Nederlandse industrie in augustus gemiddeld 24,6 procent hoger dan in augustus 2021. In juli waren de prijzen 28 procent hoger dan een jaar eerder.
Net als bij de inflatiecijfers voor consumenten waarover het CBS vrijdag eveneens cijfers naar buiten bracht, zijn de prijsstijgingen vooral te wijten aan toegenomen kosten voor energie, grondstoffen en transport. Volgens het statistiekbureau zorgt de oorlog in Oekraïne er al maanden voor dat de prijzen flink hoger liggen. En die prijsdruk komt bovenop de prijsstijgingen die eerder ontstonden door het snelle herstel van de economie na de coronacrisis.
Vooral in de aardolie-industrie en de chemie is het prijsniveau flink omhooggegaan. In de eerstgenoemde branche lag het prijsniveau zelfs bijna 82 procent hoger dan een jaar terug. Dat komt omdat de afzetprijzen daar nauw samenhangen met de olieprijzen, die flink zijn gestegen. Zo kostte een vat ruwe North Sea Brent-olie in augustus ruim 96 euro, goed voor een stijging op jaarbasis van ongeveer 61 procent.