Luchtvaartmaatschappij Air France wil hulp van de Franse overheid krijgen om de strijd aan te kunnen met concurrenten uit China. Dat schrijft persbureau Bloomberg op basis van ingewijden. De Chinese maatschappijen hebben een voordeel omdat ze over Rusland heen kunnen vliegen, terwijl Europese luchtvaartmaatschappijen vanwege sancties om het land heen moeten vliegen.
Air France wil nu dat de Franse overheid de toegang van de Chinese luchtvaartmaatschappijen tot het land beperkt. De zustermaatschappij van KLM denkt bijvoorbeeld aan extra belasting voor de Chinese concurrenten zodat de kosten voor alle luchtvaartmaatschappijen vergelijkbaar zijn.
Voor de Franse regering is er nu een dilemma want veel Chinese toeristen komen ieder jaar naar het land en nu in China de coronabeperkingen zijn opgeheven kan vrije toegang voor Chinese luchtvaartmaatschappijen het toerisme en dus de economie helpen. Maar dat kan dus ook ten koste gaan van Air France dat voor de coronapandemie wekelijks 32 vluchten naar China uitvoerde. Nu zijn dat er nog zes. Een uitbreiding naar veertien wacht nog op goedkeuring van Beijing.
Het feit dat Air France om Rusland heen moet vliegen betekent dat de maatschappij per enkele reis twee tot drie uur langer onderweg is. Dat heeft als gevolg dat er meer brandstof moet worden gekocht en meer bemanning mee moet. Daar staat wel tegenover dat Rusland veel geld vroeg voor het overvliegen en dat Air France daarop kosten bespaart.
Ook in de Verenigde Staten zijn luchtvaartmaatschappijen bezorgd om oneerlijke concurrentie vanuit China. Daar hebben ze president Joe Biden gevraagd extra landingsrechten voor Chinese luchtvaartmaatschappijen alleen goed te keuren als die beloven niet over Rusland heen te vliegen.