Akkoord voor veilige kledingfabrieken Bangladesh verlengd

25 aug 2021, 16:50 Zakelijk
akkoord voor veilige kledingfabrieken bangladesh verlengd
ANP
Vertegenwoordigers van de kledingindustrie en internationale vakbonden hebben overeenstemming bereikt over de verlenging met twee jaar van het Bangladesh-akkoord. Het akkoord uit 2013 moet de veiligheid in kledingfabrieken in het Aziatische land garanderen. Binnenkort moeten de afspraken ook in andere lagelonenlanden gaan gelden.
De afspraken kwamen tot stand na het instorten van de fabriek Rana Plaza bij hoofdstad Dhaka in Bangladesh, waarbij meer dan 1100 mensen om het leven kwamen. Zo'n tweehonderd modemerken, waaronder H&M en C&A, ondertekenden het akkoord. Dat schreef onder meer voor dat er onafhankelijke inspecties van fabrieksgebouwen in Bangladesh moesten komen. Ook werd het recht van vakbonden om arbeiders te informeren over hun rechten en veiligheid erin opgenomen.
Het oude akkoord zou eind augustus aflopen, maar dankzij de nieuwe overeenkomst zijn de afspraken nog zeker twee jaar geldig. Nieuw aan het woensdag gesloten akkoord is dat de afspraken ook naar minstens één ander land worden uitgebreid. Volgens adjunct-directeur Joris Oldenziel van de organisatie achter het Bangladesh-akkoord zou onder andere Pakistan een logisch nieuw land zijn waar de afspraken moeten gaan gelden. "De brand- en bouwveiligheid is daar slecht en we hebben er ook al eerste verkennende gesprekken gevoerd." Ook India, Vietnam en Cambodja zijn landen die in aanmerking komen.
Welke merken het nieuwe akkoord ondertekenen, maakt de organisatie achter het akkoord pas op 1 september bekend. Een groepje grote modemerken voerde namens de industrie de onderhandelingen met de internationale vakbonden Uni Global en IndustriALL. Welke bedrijven dat waren, is vertrouwelijk.