Techconcern Alibaba is fors lager geëindigd op de beurs in New York. Het Chinese bedrijf, onder andere groot in e-commerce, schrapt zijn eerdere plan om de divisie voor cloudsoftware apart naar de beurs te brengen. Amerikaanse beperkingen op de export van geavanceerde chiptechnologie naar China zaten die beursgang dwars. Het aandeel eindigde ruim 9 procent lager.
Het beeld op Wall Street was gemengd. Cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt en winkelverkopen wakkerden zorgen aan over een mogelijk minder sterk presterende economie. Zo steeg het aantal wekelijkse aanvragen van een werkloosheidsuitkering tot 231.000, het hoogste aantal bijna twee jaar.
Tegelijkertijd achtten beleggers de kans groter dat de Federal Reserve door die afzwakkende economie afziet van nog een renteverhoging, wat vaak gunstig is voor de waarde van aandelen.
De Dow-Jonesindex eindigde 0,1 procent lager op 34.945,47. De bredere S&P 500 steeg juist 0,1 procent tot 4508,24 punten en de door techbedrijven gedomineerde Nasdaq won ook 0,1 procent tot 14.113,67 punten. Amerikaanse staatsobligaties stegen juist in waarde. Ook schuldpapieren van andere landen stegen.
Supermarktconcern Walmart was ook een opvallende verliezer en eindigde ruim 8 procent lager. Het bedrijf boekte iets meer omzet en winst dan verwacht, maar was minder optimistisch over de uitgaven van Amerikanen in het laatste kwartaal van het jaar.
Cisco Systems ging bijna 10 procent onderuit na een slecht ontvangen kwartaalbericht. Het aantal orders voor de fabrikant van netwerkapparatuur was gedaald en ook de verwachtingen over het hele boekjaar moest het bedrijf naar beneden bijstellen.
Macy's maakte wel een goede indruk met de resultaten over het afgelopen kwartaal. De warenhuisketen boekte meer winst dan verwacht. Het winkelbedrijf wist daarbij zijn voorraden terug te brengen en de winstmarge te verbeteren. Ook daalde de omzet minder sterk dan gevreesd. Het aandeel werd bijna 6 procent meer waard.
Grote oliebedrijven als ExxonMobil en Chevron zakten tot 2,6 procent na een daling van de olieprijzen. Ook toeleveranciers voor de energiesector als Schlumberger (min 3 procent) en Halliburton (3,3 procent) werden minder waard.
Een vat Amerikaanse olie zakte 4,9 procent in prijs tot 72,93 dollar. Brentolie werd 4,5 procent goedkoper op 77,53 dollar per vat. De euro zakte 0,1 procent ten opzichte van de dollar op 1,0848 dollar.