De AEX-index in Amsterdam is maandag met verlies de dag uitgegaan. Ook elders in Europa lieten de belangrijkste beursgraadmeters minnen zien. Telecom- en kabelbedrijf Altice was de grote winnaar van de dag na berichten over interesse van Bouygues in zijn Franse tak. Beleggers verwerkten verder onder meer de Amerikaanse raketaanval op Syrië en waren opgelucht dat de situatie rondom het land niet verder lijkt te escaleren.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,3 procent lager op 546,62 punten. De MidKap klom 0,1 procent tot 795,62 punten. De beurzen in Londen, Parijs en Frankfurt zakten tot 0,9 procent.
Altice was veruit de grootste stijger in de AEX met een winst van 5,4 procent. Het Franse telecombedrijf Bouygues zou samen met andere investeerders een bod op Altice France overwegen. Bouygues zou al met investeerder CVC Capital Partners hebben gesproken.
Galapagos sloot de rij met een verlies van 5,9 procent. Het biotechnologiebedrijf won vrijdag nog 4 procent na een update over de ontwikkeling van een medicijn.
Philips zakte 0,8 procent. Topman Frans van Houten van het zorgtechnologiebedrijf zei in het Financieele Dagblad op te willen gaan voor een derde termijn. Shell gaf aandeelhouders het advies tegen de nieuwe klimaatresolutie van Follow This te stemmen en sloot 0,5 procent lager. Verzekeraar ASR won 0,4 procent na een adviesverhoging door Credit Suisse.
BAM was de grootste winnaar bij de middelgrote bedrijven met een plus van 2,1 procent. Het bouwbedrijf haalde een Britse klus binnen. Bij de kleinere bedrijven zakte funderingsspecialist Sif bijna 3 procent na een verkoopadvies door Kempen.
In Londen leverde WPP 6,5 procent in. Het Britse reclamebureau moet op zoek naar een nieuwe topman na het aftreden van Martin Sorrell. Geruchten over zijn vertrek deden al enige tijd de ronde vanwege een intern onderzoek naar de aantijgingen van misbruik en wangedrag van topman en oprichter Sorrell.
De euro was 1,2368 dollar waard, tegen 1,2321 dollar op vrijdag. De olieprijzen vielen terug na de sterke opmars vorige week. De prijs van een vat Amerikaanse olie zakte 1,5 procent tot 66,37 dollar. Brentolie kostte 1,4 procent minder op 71,60 dollar per vat.