De Amerikaanse autobranche wil dat de overheid in Washington helpt bij het oplossen van de chiptekorten in de sector. Een lobby-organisatie van automakers Ford, General Motors en de Amerikaanse tak van Fiat Chrysler wil dat de overheid Aziatische chipmakers onder druk zet om meer chips voor auto's te maken en zich niet alleen op consumentenelektronica te richten.
Volgens lobbygroep American Automotive Policy Council (AAPC) heeft het negatieve gevolgen voor de productie en dus de Amerikaanse economie als er niet genoeg chips beschikbaar zijn. "Het gaat ons er niet om wie de schuld heeft, als er al iemand aan te wijzen is. We willen gewoon een oplossing. En die oplossing is meer chips voor de autosector", aldus AAPC-voorman Matt Blunt.
Door de sterke vraag naar chips voor bijvoorbeeld smartphones, laptops en spelcomputers, die werd veroorzaakt omdat veel mensen thuis moeten blijven vanwege corona en daar ook werken, geven chipbedrijven daar voorrang aan. Ze hebben als gevolg daarvan moeite om voldoende chips te kunnen leveren aan de autosector. Daar komen ook nog distributieproblemen bij door de strengere lockdowns.
Volgens automakers kiezen de chipbedrijven ook voor chips voor mobiele telefoons, laptops en spelcomputers omdat daar meer winst op te behalen valt. Chipbedrijven wijzen er op hun beurt op dat automakers zelf hun bestellingen hebben verlaagd toen de coronacrisis toesloeg en dat ze daar nu de gevolgen van ondervinden. Het duurt zeker drie maanden voordat chipmakers hun productie van de chips voor de autosector weer hebben kunnen verhogen.
Ford legde door een gebrek aan chips al een fabriek in de VS en een in Duitsland tijdelijk stil. Fiat Chrysler deed dat met fabrieken in Canada en Mexico en ook andere automakers als Volkswagen sneden in hun productie.