Amerikaanse beleggers lijken zich zorgen te maken over de houdbaarheid van het economisch herstel in de Verenigde Staten. Centralebankhoofd Jerome Powell benadrukte opnieuw dat de Federal Reserve voorlopig nog niet kan overgaan tot het afbouwen van zijn steunprogramma's omdat de economie nog niet sterk genoeg is hersteld van de coronacrisis.
Normaal gesproken zouden dergelijke woorden van de Fed-baas een boodschap zijn die beleggers welkom in de oren klinkt, aangezien de steun van de centrale bank de waarde van aandelen stuwt. Maar donderdag gingen de beursgraadmeters op Wall Street overwegend omlaag. De Dow-Jonesindex eindigde weliswaar 0,2 procent in de plus op 34.987,02 punten. De breed samengestelde S&P 500 zakte evenwel 0,3 procent tot 4360,03 punten en technologiebeurs Nasdaq verloor 0,7 procent tot 14.543,13 punten.
Videostreamingdienst Netflix wist de aandacht op zich gericht na het nieuws dat het bedrijf een voormalige bestuurder van Facebook heeft aangetrokken om zijn divisie voor videogames te gaan leiden. Netflix zou vanaf volgend jaar videogames willen gaan aanbieden via zijn streamingdienst. Mogelijk vinden sommige investeerders dit een riskante stap. Het aandeel zakte bijna 1 procent.
Verder ging de aandacht van beleggers op Wall Street uit naar kwartaalresultaten van onder meer Morgan Stanley. De zakenbank won licht na beter dan verwachte resultaten. Ook branchegenoten Bank of New York Mellon, Truist Financial en US Bancorp openden de boeken. Zij lieten een wisselend beeld zien. Zorgverzekeraar UnitedHealth ging op zijn beurt dik 1 procent omhoog na publicatie van cijfers.
Verzekeraar American International Group (AIG) werd daarnaast bijna 4 procent hoger gezet. AIG verkoopt voor 2,2 miljard dollar een belang van bijna 10 procent in zijn divisie voor levensverzekeringen en pensioenen aan investeerder Blackstone.
Vaccinproducent Pfizer sloot licht hoger. De farmaceut en twee dochtermaatschappijen tellen 345 miljoen dollar neer voor een schikking rond het flink opdrijven van de prijs van anti-allergieprik EpiPen. Dat middel werd jaren terug op de markt gebracht door branchegenoot Mylan, die vorig jaar werd samengevoegd met Pfizers dochter Upjohn.
De euro was 1,1812 dollar waard, tegen 1,1810 dollar bij het slot van de handel in Europa. Een vat Amerikaanse olie werd 2,2 procent goedkoper op 71,54 dollar en Brentolie kostte 2 procent minder op 73,29 dollar per vat. De daling volgde op berichten dat er bij oliekartel OPEC en zijn bondgenoten een compromis is gesloten om de productie verder op te schroeven.